De wijkverpleegkundige is helemaal terug. Ze is bijna de helft goedkoper dan reguliere verpleeghuiszorg, blijkt uit onderzoek.
Ze stemt de zorg beter af op de cliënt, zij is tevredener over haar werk omdat ze meer verantwoordelijkheid krijgt dan in het ziekenhuis. En door de inzet van wijkverpleegkundige verbetert de communicatie met andere zorgdisciplines. Wie kan het oneens zijn met de conclusies van het onderzoek dat is gedaan in opdracht van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en beroepsvereniging V&VN?
Intensieve zorgvraag
Maar we moeten iets verder kijken. De wijkverpleegkundige is in staat ouderen met een indicatie ‘uit het verpleeghuis te houden’, ze langer thuis te laten wonen. Dat willen wij allemaal. Maar: voorkómen dat deze ouderen in zorg komen doet ze niet. De wijkverpleegkundige komt veelal pas binnen bij mensen als ze aanspraak kunnen maken op de AWBZ, dus als er al een intensieve zorgvraag is.
‘Niet transparant’
De onderzoekers constateren vervolgens dat wijkverpleegkundigen noodgedwongen ‘niet transparant zijn over de activiteiten die ze verrichten’. De onderzoekers: ’Zo schrijven zij creatief hun uren weg in de bandbreedte van de AWBZ-indicatie’. ‘Of ze verrichten arbeid in eigen tijd. Verder benutten ze niet of onvoldoende de verschillende geldstromen, zoals WMO.’
Integraal cliëntondersteuners
Frieslab, een proeftuin van het ministerie van VWS in de provincie Friesland, heeft op grond van casuïstiek uit de afgelopen drie jaar geconstateerd dat de mogelijkheden van wetgeving voor zorg en welzijn onvoldoende worden benut. Er kan veel meer dan men denkt. Frieslab pleit daarom voor het inzetten van integraal cliëntondersteuners voorafgaand aan de inzet van een wijkverpleegkundige en plaatst dit in een theoretisch kader.
Voorbeelden uit Tytsjerksteradeel, Boarnsterhim en Heerenveen laten zien dat de klant die advies krijgt van een integraal cliëntondersteuner tevredener is en dat de kosten (WMO en AWBZ) lager zijn.
Hoe werkt dit in de praktijk?
De klant heeft regie. Zijn vragen moeten beantwoord worden door iemand die er verstand van heeft, op grond van goede en brede vraagverheldering. De integrale cliëntondersteuner verkent de vraag achter de vraag en zoekt vervolgens naar simpele oplossingen in de eigen omgeving van de klant. Zij verkent dus eerst diens eigen mogelijkheden en kijkt daarbij ook naar zaken als het vermogen om te werken of naar school te gaan, het sociale netwerk en eventuele schulden. Daarna maakt ze de mogelijkheden van de inzet van vrijwilligers helder voor de klant. Daarna organiseert ze zo nodig zorg of ondersteuning op grond van de WMO of AWBZ.
Brede scope
Als de zorgbehoefte van de klant groter wordt en er meerdere organisaties betrokken zijn, dán komt de wijkverpleegkundige in beeld. Zij is medisch geschoold en heeft een brede scope, zij heeft zicht op wat mogelijk komen gaat en kan de klant goed faciliteren. Terwijl de klant de regie blijft houden.
En wanneer een vraag van een klant zowel organisatorisch als zorginhoudelijk complex is, dán is een casemanager aan de orde.
Simpeler, slimmer en goedkoper
Kortom: het kan simpeler, slimmer en goedkoper. De terugkeer van de wijkverpleegkundige is een zegen. Maar voordat zij aan het werk gaat zijn er nog veel mogelijkheden voor optimale ondersteuning thuis. En daar is – ook nu – nog steeds WMO-geld voor. De betrokken Friese wethouders zijn enthousiast over de inzet van integraal cliëntondersteuners. De praktijkvoorbeelden zijn het bewijs.
Sanja Bouman
programmamanager Frieslab