Samen met Food valley heeft CSO, de koepel van ouderenorganisaties, een seminar over voeding en vitale ouderen georganiseerd. Voor de mensen uit de voedingsindustrie heb ik hier in een korte introductie gegeven inzicht gegeven in de groep ouderen.
Elementen
Elementen uit dat overzichtje zijn voor meer mensen nuttig. Dat weet ik omdat er veel te vaak in generalisaties over de ouderen gesproken wordt. Ook in relatie tot gezondheidszorg: “Een grote kostenpost”, maar ook: “allemaal zeer welvarend, een rijke groep Nederlanders die wel wat meer kunnen bijdragen in de zorgkosten”. Praten in dit soort generalisaties heeft geen zin, immers “de ouderen” bestaan niet.
Inkomen van ouderen
Zijn de ouderen allemaal zo rijk? Zeker, velen hebben het beter dan vijftig jaar geleden. Maar kijk je wat secuurder, dan zie je dat 27 procent van de 65-plussers uitsluitend inkomen heeft uit hun AOW uitkering. Van de ouderen die alleen AOW heeft, of een klein pensioentje erbij, is het overgrote deel vrouwen. Mannen hebben over het algemeen een fatsoenlijk aanvullend pensioen, maar bij vrouwen is dat niet of nauwelijks het geval. De armoede zit bij de oudere vrouwen.
Migranten
Overigens geldt dat ook voor een deel van de 70.000 migranten van 65 jaar en ouder. Zij hebben vaak niet eens een volledige AOW omdat ze niet vijftig jaar in Nederland woonden. De vrouwen en de migranten weten dat het de rest van hun leven niet meer zal veranderen, tenzij ze er een krantenwijk bij (kunnen) nemen. De volgende 33 procent van de 65-plussers heeft een aanvullend pensioen tot 500 euro. 40 procent van de 65-plussers heeft geen eigen vermogen. De meerderheid dus wel, vaak zit dat eigen vermogen dan in het eigen huis. Het beeld dat “de ouderen” een rijke groep vormen stoelt dus helemaal nergens op.
Levensverwachting voor ouderen
Over de steeds stijgende levensverwachting doen allerlei verhalen de ronde. Door elkaar lopen de cijfers over de levensverwachting van de mensen die nu geboren worden en de levensverwachting van hen die nu al ouder zijn.
Als je 65 bent wordt het aantal nog te leven jaren bepaald door verschillende factoren: Ben je een vrouw of ben je een man. Zit je in de lagere sociaal economische situatie (ses) of de hogere.
bij 65 jaar |
Te verwachten levensjaren
|
Te verwachte gezonde jaren |
Vrouwen lage ses |
18 jaar |
8 jaar |
Vrouwen hoge ses |
21 jaar |
14 jaar |
|
|
|
Mannen lage ses |
14 jaar |
7,5 jaar |
Mannen hoge ses |
17 jaar |
13 jaar |
Let op, de pensioenen van de hoger opgeleide, beter verdienende mensen, die dus langer leven, worden voor een deel betaald door de eerder stervende mensen met lage opleiding/inkomen. Hebben ze van hun kleinere inkomen ook nog moeten meebetalen aan de pensioenen van de rijkeren. Worden ze op het eind nog een keer gepakt.
Vrouwen leven weliswaar langer dan mannen, maar dat langere leven is een leven met ziekten. Het genoegen zal voor velen dus betrekkelijk zijn.
Woonsituatie
Een andere interessante ontwikkeling is het dalende aantal verpleeghuisplaatsen. Van 2000 tot 2010 steeg het aantal 80 plussers van 500.000 naar 648.000. Interessant genoeg daalde het aantal verpleeghuisplaatsen van 102.000 naar 90.000. De ouderen wonen dus thuis. Bijna 50 procent van hen woont alleen. Dat zijn bijna altijd vrouwen.
De gemeente aan zet
Dit alles overziend stel ik vast dat armoede, eenzaamheid en slechte gezondheid samen komen bij de vrouwen met weinig opleiding. Deze combinatie en correlatie van elementen ondersteunen het pleidooi voor meer integrale regie over het ouderenbeleid bij de gemeente. Armoede en welzijn zijn al gemeente taken. De samenhang met gezondheid is evident. Ik roep de gemeenten op in hun ouderenbeleid speciaal te letten op de oudere vrouwen. Die bestaan namelijk echt.