Nederland kent een lange traditie van een AWBZ die – steeds verder opgetuigd – goed voor onze zorgbehoevenden zorgt. We geven zowat de meeste zorg aan de meeste mensen in de OESO landen. Terwijl onze gezondheid en hulpbehoevendheid zo ongeveer het laagst zijn. Dat kost ons allemaal een hoop geld en veel mensen ‘genieten’ zorg.
PGB
Niemand krijgt zorg zonder indicatie, en dat geldt ook voor degenen die kiezen voor een persoonsgebonden budget. Dat is overigens geen ‘gratis’ geld maar een budget dat wordt toegekend op basis van een indicatie, onder aftrek van een bedrag dat overeenkomt met de te betalen eigen bijdrage voor zorg. En waarvan uitgaven moeten worden verantwoord.
AWBZ kraakt in haar voegen
Maar de AWBZ kraakt in haar voegen vanwege alle onvolkomenheden en daar probeert de regering wat aan te doen. De beleidsbrief van VWS staat vol van plannen, te veel voor dit stuk. Niet alleen worden delen van de AWBZ nu in de zorgverzekering gezet (wat daar een premieverhoging zal betekenen), maar ook gaat, na de huishoudelijke zorg, nu een volgend deel – de begeleiding – naar de Wmo. Dit gaat echter gepaard met een stevige bezuiniging, conform het Bestuurs-akkoord en in de Wmo is slechts beperkt sprake van een ‘recht’. En de ‘woonfunctie’ wordt gescheiden van de ‘zorgfunctie’ en wordt ingevoerd. Dat kan interessant worden, met name omdat VWS er op inzet dat mensen dan langer thuis blijven. Maar het PGB moet er grotendeels aan geloven, voor een bedrag dat vrijwel gelijk is aan een verkiezingsbelofte van de PVV om 12.000 nieuwe werkenden in de ouderenzorg in te zetten. Omdat die werkenden volgens plan intramuraal terecht komen, betekent dat echter dat ze voor te korten PGB-ers niet relevant zijn: die wonen thuis; en ook voor het inzetten bij de scheiding wonen/zorg zijn ze dus niet aan de orde. Dat geeft verkeerder signalen.
De weg kwijt
Maar ondanks vele ook goede plannen: ook voor de verpleging en verzorging voor ouderen lijkt Nederland de weg kwijt. Onder het motto van cliëntenregie wordt het PGB wellicht grotendeels afgeschaft, krijgt de zorgverzekeraar de regie over de AWBZ en worden patientenorganisaties gekort. Het gaat ondanks clientvolgende centjes en cliëntenrechten vooral over de patiënt en er wordt vooral niet meer met de patiënt/cliënt gepraat. Niks actieve patiënt, co-creatie, zelf-management of zelfsturing voor wie het kan, maar ondanks alles terug naar het aanbod-denken. Dat is een verkeerde weg, want een weg terug naar problemen die we al hadden en waar we nu juist wat aan probeerden te doen.
Nodige veranderingen
De zorg, en zeker ook de verpleging en verzorging, moet veranderen, op alle fronten. Dat is nodig om de zorg voor wie het ‘echt’ nodig heeft (en dat is iedereen met indicatie) ook in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en goed te houden. Want we vergrijzen stevig door en dus groeit de zorgvraag en dan stijgen de kosten voor de zorg nog wat extra, want een ‘eenheid’ zorg wordt steeds maar duurder. En tegelijk blijven er steeds minder mensen in de samenleving over die de zorgkosten kunnen ophoesten en die kunnen zorgen, betaald of als familielid. En die mensen worden ook grijzer. Voor zover niet nu al, komt de zorg dus binnenkort knijp te zitten: de vraag groeit en geld en handen nemen af. En dat is nog zonder onze nationale schulden, die ook moeten worden betaald. Enne: “pas op, lenen kost geld.”
Diensten
Zorg is een dienst en diensten worden niet zo makkelijk productiever. Sommige werkgevers gaan dan knijpen in de zorgminuten. Dat werkt niet. Wat dan wel? Slimmer zorgen. En het vasthouden van onze werkenden die vaak met heel hun hart zorg verlenen maar worden gehinderd door organisatie en bureaucratie. Die hindernissen pakt VWS goed aan. Maar zij worden niet alleen ook ouder, net als de bevolking, maar hun beroep wordt anders. Dat betekent anders denken over opleiden, en een redelijke CAO, waarin eigen (professioneel) initiatief wordt gestimuleerd evenals loopbanen in plaats van ‘dead end jobs’, ook voor werkenden die wat ouder worden en waarin een ‘employable’ of initiatiefrijke werknemer beloond wordt. En dat betekent dus niet dat we werkenden in een slechtere cao stoppen, demoveren of in een quasi arbeidsconstructie als ‘alfawerkende’ duwen omdat we alleen op centen letten. En we zullen op alle mogelijke manieren de zorgende familieleden moeten ondersteunen. Ze doen al het meeste in de zorg, maar zullen het de komende jaren nog veel meer voor hun kiezen krijgen, ook zonder bezuinigingen. De waardering, die zorgbehoevenden met een PGB konden uitspreken door mantelzorgers – die door hun zorgwerk niet meer op de arbeidsmarkt terecht kunnen – in te huren, is zo gek nog niet. Daar steekt het ‘mantelzorgcompliment’ wat schril bij af. Doelbewust naar beneden schuiven (eerst naar gemeente en dan naar de omgeving) is echter geen oplossing. Tot nu toe hebben gemeenten er een potje van gemaakt met het ondersteunen van zorgende familieleden en met de komende bezuinigingen (naast bekende andere zaken) ook op Wmo, zie ik niet waarom ze dat nu opeens wel zouden doen. En hoezo zijn het alleen de gemeenten die wat zouden moeten doen? Zorg is een nationaal probleem en vergt oplossingen vanuit vele geledingen (en denken vanuit diverse ministeries). Vraag maar aan Minister de Jager.
Vooruit zien
Met de huidige beleidsplannen rond de zorg zorgt VWS echter, ondanks ook vele goede plannen, vooral voor vandaag. Het moet echter ook gaan om preventie van een zorgvraag, het voorkomen van erger, efficiënter en slimmer zorgen en organiseren; het door-ontwikkelen van effektieve steunvormen voor mantelzorgers, en het verder ontwikkelen van de werkenden en beroepsgroepen en het structureel innoveren in de sector. En dan nog staat ons een golf van dementerenden en complexe zorgvragen te wachten. En dat betekent andere zorgvragen, waarover VWS niets zegt.
Publieke zorg
Kostengroei is misschien niet te voorkomen – het is nog nergens gelukt om dat om te zetten in een daling (ja, in Ierland en Griekenland) – en de druk op familieleden neemt toe, maar we kunnen wel alles op alles zetten om die groei te remmen en te voorkomen dat we over tien jaar nog veel harder moeten ingrijpen. Want dan laten we pas echt mensen in de kou staan. Onze publieke zorg moet toegankelijk, betaalbaar en goed blijven. En dat betekent niet het terugdringen van de collectieve uitgaven, want dat is de last verplaatsen terwijl de gebruiker toch wel meer zal moeten gaan betalen, los van elk beleidsplan, dus een plafond op eigen risico/-betalingen is misschien zo gek nog niet. We krijgen het dus moeilijker, met zijn allen. Maar dat betekent ook en vooral dat Nederland niet alleen moet zorgen voor vandaag. Nederland moet ook zorgen voor hen die morgen zorg nodig hebben. Nederland moet ook zorgen voor morgen.
Frits Tjadens
Is co-auteur van een recent verschenen OESO-rapport rond langdurige zorg, met name voor ouderen.
Hij is werkzaam bij HASCA / Health and social care associates. In het verleden werkte hij bij Vilans en daarvoor, het NIZW.