Gisteren heb ik beloofd elke dag verslag te doen van dit internationale congres in Amsterdam. Vandaag (dinsdag 5 april) was een voorprogramma voor het congres dat morgen pas officieel begint. Er is nu al een ruime keuze:
Voorprogramma
– Er is een “Scientific Day” met 400 (!) deelnemers: hier gaat het om de “evidence base” van kwaliteits- en veiligheidsprogramma’s en om de wijze waarop deze programma’s wetenschappelijk geëvalueerd moeten worden. Steeds meer wordt de inspanning om kwaliteit en veiligheid te verbeteren van een “trial en error” benadering ook wetenschappelijk onderbouwd. Prof. Cordula Wagner van EMGO/NIVEL is een van de hoofdsprekers.
– Er zijn drie trainingscursussen door internationale experts: de praktijk van patiëntveiligheid, het opzetten van een kwaliteitsverbeteringsprogramma, methoden en technieken voor stafmedewerkers en leidinggevenden. deze zijn met drie maal 150 mensen volledig volgeboekt.
– De “Dutch Experience Day”, bedoeld voor buitenlanders om te ontdekken wat wij te bieden hebben. Deze dag bestaat uit 7 mogelijkheden: 6 bezoeken aan zorginstellingen en een symposium over het Nederlandse zorgstelsel.
Stelsel van gereguleerde competitie
De dag begint met een plenair programma waar Rob Dillmann in het kort het stelsel van gereguleerde competitie in ons land uitlegt en ikzelf in dertig minuten 25 jaar Nederlands kwaliteitsbeleid uit de doeken doe. Ik leg mijn “Schipholgevoel” uit. In het buitenland ben ik trots op wat wij in Nederland presteren (iedereen is verzekerd, vrijwel iedereen is gevaccineerd, de huisarts handelt 95 procent van alle gezondheidsproblemen af, we hebben het laagste percentage keizersneden van de hele wereld en we schrijven ook het minst medicijnen voor). Als ik echter via Schiphol terugkom in Nederland zie ik de onverklaarbaar grote variatie tussen dokters en ziekenhuizen in aanpak en resultaten: de verschillen in gecorrigeerde sterftecijfers tussen ziekenhuizen (HSMR: 56-138 procent vanuit een gemiddelde van 100 procent), de verschillen in indicatiestelling voor diagnostiek en behandeling, enz.. Dit is slecht nieuws: het ondermijnt het vertrouwen in de zorg: niet alle dokters en ziekenhuizen zijn dus even goed. Dit is ook goed nieuws: we doen het al goed, maar we kunnen nog veel beter. Ik laat zien hoe in ons land kwaliteit en veiligheid kernthema’s van beleid zijn geworden en dat niet alleen bij de professionals, maar nu ook bij de bestuurders en politici.
Voorwaarden voor marktwerking
Na deze plenaire bijeenkomst gaan de deelnemers naar de zes zorginstellingen (4 ziekenhuizen, 1 GGZ-instelling, 1 Care-instelling). Zelf blijf ik bij de groep van 75 deelnemers die een hele dag discussiëren over het Nederlandse zorgstelsel na presentaties van prof. Roland Bal, dr. Marc Berg, prof. Wijnand v.d.Ven, prof. Gert Westert, drs. Arno Pomp.
Met name prof. V.d.Ven maakt indruk: voorwaarden voor marktwerking zijn transparantie over de resultaten van de zorg, een goed werkend vereveningssysteem om risicoselectie door zorgverzekeraars te voorkómen, zorgverzekeraars die echt durven te contracteren op volume, kosten èn kwaliteit en dus ook niet alle zorg meer contracteren, en zorgaanbieders die keuzen maken welk zorgprofiel ze gaan aanbieden. Hij legt uit hoe het vrijgeven van de prijzen (bij ziekenhuizen naar 70 procent van alle zorgproducten) met tegelijk een macrobudget ertoe zal leiden dat zorgaanbieders oneigenlijke reserves zullen (moeten) gaan opbouwen en dat zorgaanbieders in hoog-concurrente regio’s zich dat niet zullen kunnen veroorloven. Dit was extra prikkelend omdat er juist morgen (woensdag 5 april) hierover een Kamerdebat plaats vindt in de Kamer!
Doen wat we weten
De conclusie van de discussie met de internationale deelnemers was dat de uitdagingen in alle landen vergelijkbaar zijn: de kosten moeten omlaag, de kwaliteit moet omhoog, waardoor ook de variatie vermindert. Noodzakelijk zijn: “outstanding leadership”, een hoog ambitieniveau, transparantie van uitkomsten van zorg (“patient related outcome measures”: PROMS), gereguleerde competitie (geen risicoselectie), voortrekkersrol van patiënten bij hun zorg, competentietraining in kwaliteit en veiligheid van professionals, leidinggevenden en bestuurders, versterking van de eerste lijn. Het is niet zo zeer meer een kwestie van niet weten of niet kunnen, maar vooral van echt willen: doen wat we weten.
Stimulatie
Gezondheidszorg heeft een groot voordeel: in de zorg werken intrinsiek gemotiveerde zorgverleners. Het gaat erom deze intrinsieke motivatie niet te frustreren, maar juist te stimuleren met de juiste incentives: meer tevreden patiënten, werkbevrediging, financiële beloning, reputatie. Belangrijk is ook dat als zorg niet deugt bestuurders en toezichthouders hard ingrijpen. Als dat niet gebeurt, frustreert dat ook de goedwillenden.
Deze dag was stimulerend en gaf mij stof tot nadenken. Ondertussen kwamen ook de bussen terug van de site-visits met enthousiaste buitenlanders, die gezien hadden hoe het er in de praktijk echt aan toe gaat: ze hadden enthousiaste zorgverleners ontmoet. Het was tijd voor de welkomstreceptie, tijd voor een lekker glas bier! Morgen verder.
Wim Schellekens, hoofdinspecteur curatieve Gezondheidszorg
International Forum on Quality and Safety in Healthcare, RAI, Amsterdam, 4-8 april 2011