Goed nieuws voor de geestelijke gezondheidszorg. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) adviseert substitutie tussen de AWBZ en de Zvw mogelijk te maken om daarmee de inflexibiliteit tussen de twee bekostigingssystemen en de belemmering van de extramuralisering te lijf te gaan.
Overheveling
De overheveling van de AWBZ naar de Zvw en andersom moet in het teken staan van extramuralisering (minder bedden), doelmatiger (goedkoper) zorg en in totaal (Zvw plus AWBZ) budgettaire neutraliteit. De zorgaanbieder, de zorgverzekeraar en het zorgkantoor moeten een gezamenlijk verzoek –de zogenaamde driezijdige aanvraag- tot overheveling van middelen doen.
Knippen en plakken
Aanleiding voor het advies van de NZA zijn de knelpunten die zijn ontstaan door de knip in de bekostiging van de ggz in 2008. De knip op basis waarvan de extramurale zorg en het eerste jaar klinische zorg -de geneeskundige ggz- nu wordt bekostigd uit de Zvw. En in de AWBZ zit nog alle niet-geneeskundige extramurale zorg –zoals begeleiding- en verblijf zonder behandeling of voortgezet verblijf –na 365 dagen- met behandeling. Kortere opnameduur en snellere inzet van extramurale behandeling leiden tot minder intramurale zorg, maar door de knip volgen de middelen niet de zorg. Drie jaar na de overheveling is duidelijk dat knippen zonder plakken tot problemen leidt.
Schotten om te korten
Het probleem van de knip beperkt zich niet tot de ggz. In de zorg voor ouderen en jongeren, voor mensen met een beperking en in de eerste lijn staan schotten regelmatig een integrale benadering in de weg. Schotten zijn van alle tijden en inherent aan het verdelen van bevoegdheden en geld. Ook in het Regeerakkoord zijn weer verschillende verhuisbewegingen –hoogdravend gemotiveerd- voorzien. Gemeenten kunnen -dichtbij de burger staand- veel beter dagbesteding en begeleiding voor hun rekening nemen. De buurlanden zijn ons ten voorbeeld bij het verlagen van de IQ grens voor recht op zorg. En met de stelselherziening heeft de jeugdzorg weer toekomst. En –dat was te voorzien- met het schuiven met schotten wordt het altijd goedkoper.
Voorkomen is beter dan genezen
Het ligt voor de hand knelpunten ontstaan door de knip in de ggz bij de herverkavelingen uit het Regeerakkoord te voorkomen en net als in de ggz substitutie tussen de aan de orde zijnde wetten mogelijk te maken. Waar het begeleiding en dagbesteding betreft tussen de AWBZ en de Wmo en voor de jeugdzorg tussen de Wjz, de Zvw en de AWBZ. De voor de ggzgehanteerde criteria –extramuraliseren, doelmatiger zorg en budgettair neutraal- voorkomen dat de overheveling tussen wetten kostenverhogend werkt. De door de NZA voorgestelde maatregel staat drie jaar na de knip in de GGZ in het teken van genezen. Door nu gelijktijdig te knippen en te plakken kan erger worden voorkomen en dat is beter dan genezen.
Nu de cliënt nog
Initiatiefnemers voor substitutie zijn in het NZA advies de zorgaanbieder, het zorgkantoor of de verzekeraar en wanneer de Wmo en de Wjz aan de orde zijn, komen gemeenten en provincies ook in beeld. Maar de cliënt komt in het verhaal niet voor. In het huidige stelsel van zorg in natura met bijbehorende bekostiging wellicht wel verklaarbaar, maar met persoonsvolgende bekostiging in het verschiet is het logisch de cliënt ook de mogelijkheid te geven initiatief te nemen.
Schot in de roos
De substitutiemaatregel van de NZA is een tijdelijke oplossing in afwachting van een structurele waarvoor de NZA in de loop van dit jaar met een advies komt. Een mooie gelegenheid om substitutie stelselvast te maken. Een schot kan dus ook in de roos zijn.