Verpleegkundigen die een patiënt medicijnen geven met een levensbekortende intentie, handelen strafbaar. Maar vaak weten ze dat niet of zijn ze zich er totaal niet van bewust. Dat blijkt uit een onderzoek waarop gezondheidswetenschapper Ada van Bruchem vrijdag promoveert aan de Universiteit Maastricht.
Scholing
Van Bruchem vindt dat verpleegkundigen geschoold moeten worden op het gebied van wet- en regelgeving. Ook bepleit ze richtlijnen voor het overleg tussen arts en verpleegkundigen in instellingen om overtredingen of ethische problemen achteraf te voorkomen.
Het ministerie van Volksgezondheid liet in 2004 onderzoeken welke rol verpleegkundigen spelen bij medische beslissingen rond het levenseinde van patiënten. Het onderzoek van Van Bruchem is een nadere uitwerking van deze studie. Volgens de wetenschapper is het aantal aangemelde gevallen van euthanasie en hulp bij zelfdoding in de thuiszorg het grootst.
Bevoegdheid
Opvallend is, dat juist in deze sector weinig overleg plaatsheeft tussen arts en verpleging. In ziekenhuizen en instellingen is dat gebruikelijker. Artsen laten het ingeven van de medicijnen regelmatig over aan de verpleging, terwijl het toedienen van middelen voor euthanasie alleen door dokters mag worden gedaan. Het komt ook voor dat de arts onvoldoende ervaring heeft met de technische handgrepen, zoals het bedienen van infusen. Ook in die gevallen laten zij verpleegkundigen het werk doen.
Strafbaar en onbekend
Verpleegkundigen weten volgens Van Bruchem te weinig over de wetten en regels rondom euthanasie en hulp bij zelfdoding en over hun eigen rechtspositie. Zo is het heel gebruikelijk dat verpleegkundigen medicijnen tegen pijn of onrust toedienen aan een terminale patiënt, zelfs als ze weten dat deze daardoor wellicht sneller komt te overlijden. Zo’n handeling is strafbaar, maar dat is weinig bekend.