Parnassia zegt zorgvuldig te hebben gehandeld bij het politieonderzoek naar een dubbelmoord. Hiermee reageert Parnassia op berichten vorige week dat ze het politieonderzoek zou hebben gefrustreerd. De instelling weigerde de politie het patiëntdossier van een van moord verdachte patiënt te laten inzien. De rechter stelde in hoger beroep Parnassia in het gelijk.
Afwegingen
Parnassia vindt dat ze imagoschade lijdt door de berichtgeving en wil daarom uitleg geven. Parnassia zegt volledig te hebben meegewerkt aan het politieonderzoek. “Hierbij is voortdurend een afweging gemaakt tussen
plichten en verantwoordelijkheid: de plicht om de politie bij haar onderzoek behulpzaam te zijn enerzijds; de plicht om het beroepsgeheim te bewaren anderzijds. Na zorgvuldig onderzoek is besloten het dossier niet te openen.”
Reconstructie
In december 2007 werden twee dode lichamen aangetroffen in een sloot op het Parnassia-terrein in Den Haag. Later werd ook het dode lichaam aangetroffen van een andere patiënt in een sloot op hetzelfde terrein. De politie heeft direct een uitgebreid onderzoek ingesteld.
Dossier
Na enkele maanden kregen rechercheurs een psychiatrische patiënt in het oog als verdachte. De politie was ervan overtuigd dat zijn dossier cruciale informatie bevatte. Parnassia heeft hen meegedeeld daarvoor toestemming te moeten hebben van de betrokkene. De politie liet hierop weten dat het openbaar ministerie verbiedt de patiënt om toestemming te vragen, aldus Parnassia. Vervolgens is Parnassia nagegaan of er gronden waren om het beroepsgeheim te doorbreken. “De conclusie was dat dit in onvoldoende mate het geval was. Het dossier is dus niet ter inzage gegeven.
Hoger beroep
De politie heeft vervolgens de rechter ingeschakeld en kreeg in eerste
instantie toestemming om het dossier te openen. Parnassia ging in hoger
beroep. Uiteindelijke kwam de rechter tot het oordeel dat Parnassia zich
terecht beriep op het verschoningsrecht en dat het dossier niet ter inzage van de politie komt.