Heeft u wel eens stil gestaan bij de effecten van variabiliteit in het patiëntenproces op het prestatieniveau van ziekenhuizen? Waarschijnlijk niet!
Wetenschappelijke studies uitgevoerd door Boston University in samenwerking met het Institute for Healthcare Improvement tonen dat variabiliteit verreweg dé belangrijkste oorzaak is van ondoelmatigheid, wachtlijsten en verstoringen in het patiëntenproces. Onnodig lange wacht- en doorlooptijden op de SEH, gebrekkige doorstroom van de SEH naar de kliniek, opnamestops, inefficiënte benutting van OK, bedden en radiodiagnostische apparatuur, etc. Ook de NHS concludeert in haar studie naar High Impact Changes in de zorg dat het reduceren van variabiliteit de effectiefste methode is om de kwaliteit, doelmatigheid en patiëntgerichtheid van de zorg te verbeteren.
In tegenstelling tot de VS en de UK staat het variabiliteitsdenken in de Nederlandse Ziekenhuizen nog in de kinderschoenen. Langzaam maar zeker begint het bewustzijn te ontstaan dat variabiliteit niet iets is wat inherent is aan ziekenhuiszorg en niet beïnvloedbaar is. Het zijn met name de bestaande paradigma’s die innovatie op het gebied van patiëntenzorg in de weg staan.
Boston University heeft aangetoond met het Managing Variability Program vanuit een ander paradigma tot aanzienlijke resultaatverbeteringen in de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg te komen. Het programma onderscheidt zich van vele andere benaderingen doordat het specifiek is ontwikkeld voor toepassing binnen ziekenhuizen. Het reduceren van variabiliteit leidt ertoe dat de patiënt écht centraal komt te staan en zonder verstoringen en met een optimale inzet van mensen en middelen door het zorgproces kan stromen. Dit alles met als resultaat: een betere kwaliteit van zorg, een hogere patiënten- en medewerkertevredenheid en lagere kosten.
In de VS is het Managing Variability Program het meest toonaangevende verbeterprogramma. Ook binnen Nederlandse ziekenhuizen heeft het programma inmiddels bewezen effectief te zijn. Een productiegroei van 9%, een afname van het aantal opnamestops met 97% en een reductie van 5% van de beddencapaciteit, is één van de concrete resultaten die recentelijk met het programma zijn behaald.