Het kleinschalige woonzorgproject Charis voor autistische kinderen, een met pgb’s betaald initiatief van Stichting Woon- en Werkhuis Rotterdam, is de eiser in een bestuursrechterlijke zaak tegen het ministerie van Volksgezondheid. De zaak dient 30 maart in Den Haag. Dit meldt Zorgvisie.
Andere normering gevraagd
Volgens Charis-directrice Anneke de Nooy moet VWS een andere normering opstellen voor pgb-instellingen. Charis wordt nu door VWS behandeld als een zorgverlener die valt onder de Wet toelating zorginstelling (Wtzi). Andere instellingen die hieronder vallen, zoudens volgens de Charis-directrice meer geld en meer overhead hebben dan het kleinschalige project in Oud-Beijerland, dat moeite heeft tegemoet te komen aan de eisen van het ministerie.
Ingrijpen VWS
VWS adviseert al langer ouders hun kinderen weg te halen bij Charis, omdat er niet goed voor de bewoners wordt gezorgd. Staatssecretaris Jet Bussemaker (Zorg) waarschuwde Charis in augustus 2008 al dat de zorg dringend verbeterd moest worden. Het ministerie kan Charis echter niet sluiten, omdat de ouders van de bewoners de zorg zelf betalen uit het persoonsgebonden budget (pgb).” Hierdoor valt Charis niet onder de wet toelating zorginstellingen, waarmee bijvoorbeeld afdelingen van ziekenhuizen werden gesloten toen ze niet aan de kwaliteitsnormen voldeden.
Noodsprong
Charis heeft inmiddels een dwangsom van 50.000 euro openstaan. Hiermee is het maximum bereikt. Charis heeft nog niets hiervan betaald. Dit betekent dat een deurwaarder in het uiterste geval beslagkan leggen op de inboedel van Charis. Als Charis niet aan de dwangsom kan voldoen, kan de instelling failliet gaan. Met de rechtzaak probeert Charis hier alsnog aan te ontkomen.