Het aantal patiënten dat langer dan een jaar in separatie of afzondering doorbracht in GGZ-instellingen is afgenomen, dat stelt Minister Klink in een brief aan de Tweede Kamer. Klink plaatst kanttekeningen bij de cijfers die NOVA dinsdag bekend maakte. Hieruit bleek dat in de afgelopen vier jaar 151 mensen langer dan een jaar in separatie hebben gezeten in een GGZ-instelling.
Registraties zijn onnauwkeurig
Uit de cijfers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) blijkt dat separaties van langer dan een jaar zijn afgenomen van 44 in 2004 naar 24 in 2007. Klink merkt op dat beëindiging van afzondering vaak pas gemeld wordt als de hele behandeling afgerond is. Dat kan betekenen dat de afzondering wel als langer dan een jaar geregistreerd staat, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval was.
Aandacht voor dwang en drang
Klink geeft aan geschrokken te zijn van de cijfers: “ Elke langdurige separatie is er natuurlijk één te veel en voor alle betrokkenen is dit uiteraard een zeer ingrijpende gebeurtenis”. Separeren is dan ook een uiterst redmiddel wat met zorgvuldigheid moet worden toegepast. Hij concludeert dat het ingezette beleid om dwang en drang terug te dringen effectief is, maar de aandacht hiervoor moet onverminderd blijven.
De IGZ zal in 2009 bij alle GGZ-instellingen nagaan hoeveel (lang)lopende separaties er zijn en de lengte hiervan. Inspecteurs zullen ieder kwartaal bij de grote geïntegreerd GGZ-instellingen de langlopende separaties toetsen. In 2009 is het minimaal aantal toetsingen op 150 vastgesteld. Kinder- en jeugdpsychiatrische klinieken worden momenteel bezocht in het kader van separeren om tot een analyse te komen. Verder worden 42 projecten welke separeren in GGZ-instellingen terugdringen, verlengd tot 2010.