Minister Klink van Volksgezondheid wil helderheid over de relatie tussen arts en farmaceut. Klink wil met name duidelijkheid over financiële vergoedingen aan artsen. De minister neemt daarmee de aanbeveling van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) over. De plannen van de minister worden gesteund door zowel artsenorganisatie KNMG als de farmaceutische industrie.
Onafhankelijke scholing
Het advies van de RVZ, dat eerder dit jaar verscheen, bevat twintig actiepunten voor verschillende partijen in de gezondheidszorg. Naast meer transparantie over financiële vergoedingen aan artsen springen er drie punten uit. Het eerste is onafhankelijke bij- en nascholing door farmaceuten. Volgens de raad moet de farmaceutische industrie zich niet aan nascholing wagen. Klink kiest er op dit moment echter niet voor om de farmaceuten te verbieden nascholing aan te bieden. Artsenorganisaties geven aan dat deze nascholingen in het algemeen kwalitatief in orde zijn.
Verbod en accreditatie
Nascholing voor medisch specialisten vindt in internationaal verband plaats. Verbieden van nascholing zou hen wellicht de mogelijkheid ontnemen om noodzakelijke opleidingen te volgen. Ten aanzien van bij- en nascholing door farmaceuten van huisartsen bestaat eerder een mogelijkheid om dit te verbieden, omdat scholing hier regionaal en nationaal geregeld is. Klink wil zich verder richten op de inhoud van de nascholing en de accreditatie hiervan. Op beide punten moet ordening plaatsvinden. Klink zet vraagtekens bij de professionaliteit en robuustheid van het huidige accreditatie-systeem.
Onafhankelijke studies
De tweede prioriteit volgens de RVZ is het uitvoeren van meer onafhankelijke studies naar de effecten van geneesmiddelen die op de markt zijn. De farmaceutische industrie voert voornamelijk onderzoek uit op de fase vóór de marktintroductie. Effectiviteit en gebruik in de praktijk daarentegen worden nauwelijks onderzocht. Publieke middelen voor dergelijke onderzoeken zijn ontoereikend. Klink bekijkt met ZonMw hoe hier verbeteringen zijn te treffen. Bijvoorbeeld door een onafhankelijk nationaal fonds in te stellen voor geneesmiddelenonderzoek gefinancierd door de farmaceutische industrie.
Tijdelijke vergoeding
Het slechts tijdelijk vergoeden van nieuwe geneesmiddelen is de derde prioriteit van de RVZ. De RVZ stelt dit voor omdat bij nieuwe geneesmiddelen de effectiviteit en kosteneffectiviteit nog niet meetbaar is. Dit staat juist centraal in de besluitvorming over een eventuele vergoeding. Klink verwacht voor de zomer hier verder op in te gaan.
Actiepunten overheid
Klink wil verder naar aanleiding van het advies de begrijpelijkheid van bijsluiters vergroten. Andere actiepunten voor de overheid zijn het transparanter maken van relaties tussen de farmaceutische bedrijven en patiëntenorganisaties, zorgaanbieders en wetenschappelijk onderzoekers en het bevorderen van openbaarheid van onderzoeksgegevens.