Noodlijdende zorgaanbieders moeten in principe geen overheidssteun krijgen. Alleen diensten van algemeen economisch belang zouden buiten het algemene verbod op staatsteun moeten vallen. Dat betogen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Raad voor de Volksgezondheiden Zorg (RVZ) in een gezamenlijk advies.
Verstoring markt
Volgens de NZa en de RVZ verstoort overheidssteun de marktwerking. Door de inbreuk op de mededinging worden doelmatige aanbieders gestraft en wordt de keuzevrijheid van de consument ingeperkt. Bovendien staat overheidssteun op gespannen voet met de Europese mededingingsregels en zet het deur open naar willekeur en waan van de dag.
Het advies van de NZa en RVZ strookt met de uitkomsten van onderzoek dat Skipr in april onder zorgbestuurders deed. Uit de enquête bleek dat driekwart van de zorgbestuurders tegen overheidssteun is.
Strikte voorwaarden
Toch willen de NZa en de RVZ de mogelijkheid van overheidssteun onder strikte voorwaarden open laten. Wel vinden beide instanties dat “continuïteit van zorg” op zichzelf niet langer een voldoende voorwaarde mag zijn voor steunverlening. De overheid zou eerst moeten bepalen welke vormen van zorg noodzakelijk zijn en dan pas kijken of steunverlening opportuun is. Wanneer andere zorgverleners de betreffende zorg kunnen overnemen dan wel een alternatief kunnen aanbieden, is steun niet gepast.
Politieke keuze
De normen voor noodzakelijke zorg behoeven volgens de NZa en de RVZ naar voorbeeld van de aanrijtijden voor ambulancediensten, een duidelijke juridische verankering. Nu zijn de criteria voor continuïteit van zorg veel te algemeen geformuleerd.
Welke vormen van zorg als noodzakelijk worden aangemerkt is een politieke keuze, benadrukken de NZa en de RVZ. Niettemin noemen ze in de rapportage ambulancezorg, spoedeisende hulp, verloskundige zorg, kindergeneeskunde en chronische tweedelijnszorg.
Algemeen economisch belang
Opvallend is dat NZa en RVZ nergens van “systeemziekenhuizen” reppen. Minister Klink introduceerde de term bij de redding van de IJsselmeer ziekenhuizen. De NZa en de RVZ spreken liever van “diensten van algemeen economisch belang”. Daarmee onderstrepen ze dat het nooit mag gaan om de voorzetting van de bedrijfsvoering van individuele aanbieders, maar om functies.
Early warning system
De NZa en RVZ adviseren steunverlening bij problemen zoveel mogelijk voor te zijn. Hiertoe moet een early warningsysteem in het leven geroepen worden. Dit systeem moet in een vroegtijdig stadium alarmsignalen oppikken, zoals verlies van vermogen en exploitatietekorten. Ook moet het systeem waarschuwen ingeval van situaties met een verhoogd risico, zoals fusie en nieuwbouw. Op basis van het waarschuwingssysteem zouden aanbieders gedwongen moeten kunnen worden te herstructureren.
Voor de zorgverzekeraars zien de NZa en RVZ geen institutionele rol. Door ze rechtstreeks verantwoordelijk te maken voor de continuïteit van zorg, kunnen verzekeraars niet langer scherp inkopen. Wel kunnen individuele verzekerden verzekeraars aan hun zorgplicht houden.