Na het neerstorten van het vliegtuig van Turkish Airlines in de buurt van Schiphol zijn fouten gemaakt bij de zorg en opvang van slachtoffers. Zo verliep de triage en registratie door de hulpdiensten niet naar behoren. Dat blijkt uit een rapport van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV).
Registratie
Volgens de IOOV zijn ruim veertig slachtoffers na de ramp ten onrechte niet naar een ziekenhuis gebracht omdat hun toestand niet goed werd beoordeeld. Bij het ongeluk met de Boeing 737 bij Schiphol kwamen negen van de 134 inzittenden om en raakten tachtig mensen gewond. Slachtoffers die wel naar ziekenhuizen zijn vervoerd, werden niet goed geregistreerd. Daardoor was het totaal onduidelijk wie in welk ziekenhuis lag. Informatie voor familieleden was lange tijd niet beschikbaar. De problemen met de registratie lagen door het ontbreken van een passagierslijst deels buiten de macht van de hulpdiensten. Pas na tussenkomst van de Marechaussee kwam er een dergelijke lijst.
Communicatiesysteem
Uit het onderzoek dat in opdracht van de gemeente Haarlemmermeer is gedaan, blijkt verder dat het communicatiesysteem C2000 het liet afweten. Het systeem had elf groepen waar gesprekken op konden worden gevoerd, maar er waren veel meer groepen nodig. Het gevolg was een overbelasting van het systeem. Maar volgens de onderzoekers was dat ook gedeeltelijk de schuld van de hulpverleners zelf. Zij gebruikten de mobilifoon te vaak.
Spanningen
De slechte registratie en coördinatie zorgden voor spanningen binnen de leiding van de diensten. Eerder werd al duidelijk dat er spanningen waren tussen het beleidsteam dat de hulpverlening coördineerde en medewerkers van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid van Pieter van Vollenhoven. Die liepen zo hoog op dat onderzoekers dreigden de hulpverlening te laten stilleggen. Ondanks deze fouten en miscommunicatie zeggen de onderzoekers in het rapport dat de hulpverlening in grote lijnen goed is verlopen.