De beroepsorganisatie voor verpleegkundigen V&VN maakt zich zorgen over de inzet van kraamverzorgers in de operatiekamer. In sommige ziekenhuizen is het beleid om kraamverzorgers in te zetten op operatiekamers om de baby op te vangen na een keizersnede.
Takenpakket
Voorzitter Pauline Nieuwenhuizen van de afdeling Voortplanting, Obstetrie & Gynaecologie stelt op de website van V&VN dat kraamverzorgers niet geëquipeerd zijn voor taken in de OK. De VOG-voorzitter vindt het kwalijk dat ziekenhuizen “goedkope” kraamverzorgers in de operatiekamer inzetten om dure verpleegkundigen te vervangen.
Nieuwenhuizen baseert zich op een mail van een kraamverzorgende uit een groot ziekenhuis. De betreffende kraamverzorgende meldde dat het ziekenhuis had besloten het takenpakket uit te breiden. In het vervolg moest zij met haar collega’s mee naar de operatiekamer voor de opvang van de baby na een geplande sectio.
Verzet
Volgens Nieuwenhuizen verzetten drie kraamverzorgers zich tegen deze plannen. “Zij stelden destijds te hebben gekozen om in de kraamzorg te werken binnen de muren van het ziekenhuis, samen met (O&G) verpleegkundigen”, aldus Nieuwenhuizen. “Daar houden zij zich bezig met fysiologische bevallingen en kraamzorg van de gezonde kraamvrouw. Hun stelling is dat zij zich, ook na een bijscholing, niet bekwaam en dus niet bevoegd achten om mee te gaan naar de operatiekamer.”
Volgens Nieuwenhuizen getuigt de stellingname van verantwoordelijkheidsbesef. Het ziekenhuis denkt daar anders over, want de drie zouden nu onder druk gezet worden om de taken op de operatiekamer toch uit te voeren.