Het rapport van de commissie-Lemstra, dat de wanpraktijken van de omstreden neuroloog Ernst Jansen Steur tijdens zijn periode bij het Medisch Spectrum Twente heeft onderzocht, schetst het beeld van een man die volledig solistisch werkte en totaal niet met zijn collega-neurologen kon opschieten. “Hij voelde zich superieur als neuroloog en maakte badinerende opmerkingen naar zijn collega’s”, beschrijft het dinsdag gepresenteerde rapport.
Conflicten
De samenwerking tussen de arts en de andere leden van de vakgroep neurologie wordt in de periode van 1990 tot en met het ontslag van de neuroloog in 2005 gekenmerkt door hoogoplopende conflicten. Volgens vakgroepleden hield de arts zich niet aan protocollen en was hij niet aanspreekbaar op zijn werkwijze, volgens het het rapport ‘En waar was de patiënt…?’.
Gebreken van arts
Sinds 1998 rezen binnen de vakgroep twijfels over de gebrekkige dossiers over diagnose, ziekte-indicatie en medicijngebruik bij zeven patiënten. De neuroloog zou patiënten niet goed informeren over de diagnose en voorgeschreven medicijnen. De raad van bestuur wees de arts op deze gebreken.
Disfunctioneren
Maar als in 2003 blijkt dat de neuroloog medicijnen uit het ziekenhuis heeft gestolen, komen steeds meer meldingen uit de vakgroep dat hij diagnoses stelt die niet overeenkomen met het ziektebeeld van patiënten.
Onhoudbare situatie
In 2004 werd de situatie onhoudbaar. De raad van bestuur legde Jansen twee opties voor: behoud van functie gepaard met een extern onderzoek naar de kwaliteit van zijn functioneren of gebruik maken van vervroegde pensionering en vrijstelling van zijn werk per mei 2004. Het ziekenhuis betaalde in dat geval zijn salaris door tot aan zijn zestigste jaar. In 2005 zou de neuroloog ‘vrijwillig’ ontslag nemen. De neuroloog maakte gebruik van de tweede optie. (ANP)