Het Reumafonds signaleert een sterke toename van het aantal chronisch zieke werknemers in outplacement trajecten. Het Reumafonds pleit er daarom voor om de positie van chronisch zieken op de arbeidsmarkt in kaart te brengen en na te gaan of zij sneller ontslagen worden vanwege hun beperking.
Zorgelijk
Het Reumafonds denkt dat economische crisis in combinatie met de versoepeling van het ontslagrecht debet zijn aan de instroom van reumapatiënten in outplacementtrajecten. “In 2009 hebben wij opgeroepen chronisch zieken niet buiten spel te zetten in tijden van economische teruggang”, aldus algemeen directeur Lodewijk Ridderbos van het Reumafonds:. “Juist voor hen is het van economisch en sociaal belang dat zij aan het werk kunnen blijven. Nu, een jaar later, signaleren wij dat de bemiddeling voor werknemers met reuma of artrose en hun werkgevers weliswaar succesvol verloopt, maar we moeten niet te vroeg juichen. Uit het Project Chronisch Ziek en Werk blijkt dat het aantal outplacementtrajecten van chronisch zieken is toegenomen sinds de versoepeling van het ontslagrecht in 2009. Dat is een zeer zorgelijke ontwikkeling.”
Landelijke trend
Het Reumafonds wil dat snel duidelijk wordt of de cijfers afkomstig uit het Project Chronisch Ziek en Werk een landelijke trend weerspiegelen. De CG Raad voor chronisch zieken en gehandicapten en de brancheorganisatie voor reïntegratie-bureau’s Boaborea bevestigen dat er op dit moment geen duidelijke, landelijke cijfers zijn over de positie van chronisch zieken op de arbeidsmarkt.
‘Geen reden voor ontslag’
Het Reumafonds roept werkgevers op om meer moeite te doen om chronisch zieken voor hun bedrijf te behouden. Deze oproep wordt ondersteunt door de juryleden Support Award, die het Reumafonds jaarlijks uitreikt. “Laten we er voor zorgen dat een chronische ziekte geen reden is en mag zijn voor ontslag ”, aldus juryleden juryleden Alexander Rinnooy Kan (voorzitter SER), Loek Hermans (voorzitter MKB Nederland) en Hans Wiegel (voorzitter Zorgverzekeraars Nederland). “Laten we ons richten op wat er binnen het bedrijf wel mogelijk is.”