De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) geeft vooralsnog geen toestemming voor de voorgenomen fusie tussen GGZ Delfland en Stichting PerspeKtief (PerspeKtief). Een samengaan kan de concurrentie op de ggz-markt in Delft volgens de NMa ernstig verstoren.
Concurrentiedruk
De NMa ziet met name problemen op de markt voor woonbegeleiding, het beschermd wonen en begeleid zelfstandig wonen voor cliënten met psychiatrische problemen. De activiteiten van GGZ Delfland op dit terrein zijn nauw gerelateerd aan die van PerspeKtief. Als gevolg van de fusie zal de belangrijkste concurrentiedruk voor PerspeKtief wegvallen, stelt de NMa. Bovendien zijn GGZ Delfland en PerspeKtief vrijwel de enige spelers op het gebied van geestelijke gezondheidszorg in Delft en omstreken. Met het oog op de fusie tekenden GGZ Delfland en PerspeKtief in januari 2009 een intentieovereenkomst.
Onvoldoende toegang
De zorgen van de NMa concentreren zich op het feit door de fusie mogelijk exclusieve doorverwijzing ontstaat van cliënten binnen de gefuseerde onderneming. Dit kan er toe leiden dat aanbieders van woonbegeleiding die actief willen worden in deze regio, hiervan afzien omdat zij verwachten onvoldoende toegang te krijgen tot deze cliënten. Nader onderzoek moet uitwijzen of de vrees van de NMa terecht is. Het voorlopige oordeel van de NMa wordt ondersteund door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).