Zorg die korter duurt dan zes maanden en de functie begeleiding moeten niet langer uit de AWBZ vergoed worden. Om de fors ingeperkte AWBZ doelmatiger uit te voeren zouden de indicatiestelling en zorginkoop in handen moeten komen van een overheidsvoorziening langdurige zorg (OLZ). Dit stelt de ambtelijke werkgroep voor bezuinigingen in de langdurige zorg voor.
Aanscherpen
Ook op andere punten pleit de werkgroep er voor om de aanspraken op de AWBZ aan te scherpen. Zo zou de norm voor gebruikelijk zorg verhoogd kunnen worden. Per week zouden familie en naasten van AWBZ-cliënten wekelijks anderhalf uur persoonlijke verzorging en begeleiding van de zorgaanbieder moeten overnemen. Gehandicaptenzorg op AWBZ-grondslag zou alleen nog moeten gelden voor ernstig verstandelijke gehandicapten, met een IQ lager dan 70. Nu ligt die grens voor aanspraak bij een IQ van 85. Verhoudingsgewijze lichte zorg (zorgzwaarte pakketten 1 tot en met 3) wordt als het aan de werkgroep ligt alleen nog extramuraal aangeboden.
Eigen bijdrage
Naast deze maatregelen pleit de heroverwegingswerkgroep voor een verhoging van de eigen bijdragen. Bij de vaststelling van de eigen bijdragen moet wat de werkgroep betreft ook het eigen vermogen van AWBZ-cliënten middels een vermogenstoets worden meegerekend. Alles bij elkaar leveren de voorgestelde maatregelen een besparing van 4,2 miljard euro op.
Maximumtarief
De keuze voor de ene of de andere maatregel hangt samen met het uiteindelijke beleidskader. In het advies schetst de werkgroep vier varianten. De variant ‘AWBZ versoberd’ levert al in 2015 de gewenste besparing op. Uitgangspunt is dat de huidige AWBZ blijft bestaan, inclusief zorginkoop door de zorgkantoren. Die krijgen wel meer onderhandelingsmacht. Het bekostigingsniveau van efficiënt presterende regio’s gaat gelden als maximumtarief.
Varianten
In de varianten “Eigen regie”, “Zorg dichtbij” en “Zorg verzekerd” wordt de budgetverantwoordelijkheid verlegd naar respectievelijk cliënten, gemeenten en verzekeraars. Deze varianten impliceren een ingrijpende verlegging van de geldstromen. In “Eigen regie” gaat 5,3 miljard euro naar de cliënt in de vorm van een persoongebonden budget of voucher. In “Zorg dichtbij” wordt het Wmo-budget met 11 miljard euro verbreed. In “Zorg verzekerd” wordt 10 miljard euro overgeheveld naar de zorgverzekeraars voor risicodragende uitvoering van delen van de langdurige zorg.
Romp-AWBZ
De romp-AWBZ die bij deze scenario’s overblijft verandert van een sociale volksverzekering in een uit belastingen gefinancierde collectieve voorziening, die wordt uitgevoerd door een nieuwe te vormen overheidsvoorziening langdurige zorg (OLZ). Deze OLZ krijgt zowel in de indicatiestelling als zorginkoop in handen. Daarmee zouden het Centrum Indiciatiestelling Zorg (CIZ) en de zorgkantoren verdwijnen.