De meerderheid van de Tweede Kamer heeft zich donderdag achter de drie wetsvoorstellen van SP-Kamerlid Agnes Kant geschaard. Hiermee wordt de verplichte aanbestedingen van de thuiszorg uit de Wmo geschrapt.
Marktwerking
De kabinetten Balkenende hebben volgens Kant jarenlang de indruk gewekt dat het niet anders kon. Marktwerking was immers een opdracht van was van Brussel. Dit bleek tijdens de wetbehandeling deze week en eerder dit jaar toch anders.
Europese regelgeving aanbestedingspicht
Volgens minister Klink van VWS schrijft de Europese regelgeving in de meeste gevallen voor dat er verplicht aanbesteed moet worden. In deze regelgeving wordt de meeste huishoudelijke verzorging als schoonmaakwerk gekwalificeerd. Een andere zienswijze is echter dat huishoudelijke hulp huishoudelijke zorg binnen de thuiszorg is en geen schoonmaakdienst is. Huishoudelijke zorg geldt als business-to-business-dienst waarvoor geen aanbestedingsplicht geldt. Deze zienswijze wordt nu in de Wmo vastgelegd, waardoor gemeenten zelf kunnen beslissen of ze al dan niet aanbesteden.
Lokale bodemprijzen
Het tweede wetsvoorstel voorziet in een lokale bodemprijs voor huishoudelijke verzorging. Lokaal wordt een basistarief ingevoerd. Dit voorkomt dat thuiszorginstellingen tarieven onder de kostprijs hanteren om te kunnen concurreren. Diverse thuiszorgaanbieders zijn hierdoor in financiële problemen gekomen sinds de invoering van de Wmo of konden de continuïteit van goede zorg niet garanderen.
Oormerken geld thuiszorg
Het derde voorstel moet zorgen dat geld voor de thuiszorg ook daadwerkelijk wordt gereserveerd voor de zorg. Dit oormerken van de thuiszorgbudgetten moet voorkomen dat gemeenten het geld besteden aan andere zaken.
Afscheidscadeau Kant
Voor Agnes Kant is deze overwinning een mooi afscheidscadeau bij het verlaten van de Tweede Kamer. Kant: “Deze wetten geven gemeenten de ruimte om van de thuiszorg weer zorg te maken. Ik ben daar blij mee en ik ben er trots op om twaalf jaar Kamerlidmaatschap zo af te sluiten.”