Artsen zijn in de discussie over de hervorming van de gezondheidszorg te veel bezig met hun eigen inkomen. Dat zegt Marcel Levi, die per 1 september voorzitter wordt van de Raad van Bestuur van het AMC, in een interview met Mednet.
Winstoptimalisatie
Hoogleraar en internist Levi ergert zich aan vakgenoten die in de discussie rond de toekomst van de gezondheidszorg alleen maar spreken over hun eigen inkomen. In Mednet haalt Levi een recente voordracht voor collega-artsen aan. “Aan het tafeltje naast ons zat ook een club medisch specialisten. Zij hebben het de hele avond gehad over hoe ze beter konden declareren binnen de DBC’s, en over het optimaliseren van de winst. Daar word je toch gek van? Daar gaat het niet om binnen ons vak. We moeten voor de beste behandeling voor de patiënt gaan, niet voor het geld. Ik beschouw medisch specialisten als experts in de gezondheidszorg. Toch valt het me op dat mijn vakgenoten in de discussie over hervorming van de gezondheidszorg alleen maar spreken over hun eigen inkomen.”
‘Onzin’
Levi beluistert onder artsen ook “veel onzin” als het gaat om een grotere invloed van raden van bestuur. “Er werd ergens geroepen dat we afhankelijk zouden worden van aalmoezen, als de directie ons inkomen zou bepalen”, aldus Levi in het juninummer van Mednet-magazine. “Wat een onzin! Wij verdienen hier in een academisch ziekenhuis ongeveer de helft van de collega’s in de periferie, maar we hebben altijd nog een prima salaris.”
Loondienst
Het argument dat de artsen geen enkele zeggenschap meer zouden hebben, als zij in loondienst komen, wijst hij ook af. “Artsen blijven een belangrijke groep binnen het ziekenhuis. In ons ziekenhuis zijn alle artsen in loondienst, maar nog steeds de bepalende factor bij bijna alles en dat zal ook wel zo blijven. En dat artsen in loondienst minder hard zouden werken dan vrijgevestigde collega’s is al helemaal flauwekul.”