Tijdens de hulpverlening na de crash van een Turkish Airlines-vliegtuig bij Schiphol begin 2009 ging het een en ander mis. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een dinsdag gepubliceerd rapport. Zo zijn er De te veel draaiboeken voor de hulpverlening na vliegtuigongevallen op of rond Schiphol. Dat leidt tot onduidelijkheid over de te volgen procedure.
Volgens de raad hebben hulpverleners tijd verloren bij het aanrijden naar de rampplek, omdat het uitwisselen van informatie niet goed verliep. Ook de registratie van slachtoffers verliep gebrekkig.
Hulpverlening verbeteren
Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio en burgemeester Theo Weterings van Haarlemmermeer zeiden dinsdag dat zij het rapport van de OVV zullen gebruiken om de hulpverlening te verbeteren. De hulpdiensten in de regio Kennemerland waren daar ook al mee bezig.
Henk Heijloo, oprichter van de Stichting Slachtoffers Vliegramp 25-02-2009, maakt geen verwijten over de hulpverlening. “Waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Ik heb aan den lijve ondervonden dat de hulpverlening over het algemeen heel goed is geweest”, zei hij in een reactie.
Hulpverlening voldoende
De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid en de Inspectie voor de Gezondheidszorg kwamen in juni vorig jaar ook al met een rapport over de hulpverlening na de crash. Zij concludeerden dat er zaken niet goed gingen, maar dat de hulpverlening wel een voldoende verdiende.
Het vliegtuig van Turkish Airlines stortte 25 februari vorig jaar tijdens de landing neer in een weiland vlakbij Schiphol. Negen mensen kwamen om het leven en 120 anderen raakten gewond. (ANP)