Een afnemende sterftekans, minder complicaties en sneller herstel voor mensen met slokdarmkanker. De regionale zorg voor mensen met slokdarmkanker is door de vorming van het Slokdarmcentrum Oost-Nederland (SCON) in 2007 sterk verbeterd. Het Nijmeegse Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) meldt deze onderzoeksresultaten van het SCON.
Concentratie van ervaring en kennis is goed
Regionale concentratie van ervaringen kennis blijkt te werken, aldus het CWZ. Volgens CWZ-chirurg en SCON-voorzitter Camiel Rosman is de verbetering onder meer te danken aan het beter verwijderen van tumoren en lymfeklieren, een halvering van het bloedverlies tijdens de ingreep en een afname van bekende complicaties zoals longontsteking. Niet alleen het chirurgenwerk is verbeterd, meldt het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis: “Het hele zorgtraject is beter. Daardoor ligt de patiënt twee in plaats van drie dagen op de IC, worden risico’s en complicaties sneller herkend en behandeld en mag de gemiddelde patiënt nu na tien dagen naar huis, in plaats van na zestien dagen.”
Routine is essentieel
Het SCON is opgericht nadat het ministerie van VWS slokdarmoperaties toewees aan centra met voldoende routine. In het SCON werken het UMC St. Radboud en het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis samen. In de regio Oost-Nederland steeg het aantal mensen dat een jaar na de ingreep nog in leven was van 70 naar 84 procent. De vergelijkingen zijn gebaseerd op de SCON resultaten in 2008 en 2009, afgezet tegen de periode 2000-2005 waarin bijna alle streekziekenhuizen in de regio de ingreep zelfstandig uitvoerden.