De Nederlandsche Bank (DNB) heeft als toezichthouder te weinig oog voor de verschillen tussen pensioenfondsen. Dit zegt Peter Borgdorff, directeur van Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) in De Telegraaf.
Toezichthouder DNB
Er lijkt nauwelijks sprake van maatwerk als je kijkt naar de veertien fondsen die mogelijk moeten korten op de pensioenaanspraken, zegt Borgdorff in de krant. Het zit hem dwars dat de toezichthouder alleen kijkt naar hoogte van de dekkingsgraad, de verhouding tussen vermogen en verplichtingen, die bij PFZW licht achterloopt op het beoogde herstelpad. “Terwijl het juist belangrijk is om ook rekening te houden met de herstelkracht binnen een fonds.”
Crisisplan
Hoewel korten op de pensioenaanspraken nog niet aan de orde is, vreest Borgdorff dat de houding van DNB straks ook PFZW zal duperen. Vooruitlopend daarop heeft PFZW een leidraad gepresenteerd waarin staat welke maatregelen het pensioenfonds neemt indien DNB verregaande eisen stelt. De handleiding geldt niet alleen voor de huidige crisissituatie, maar ook voor toekomstige. Borgdorff in De Telegraaf: “Het gaat erom dat de pijn evenwichtig verdeeld wordt tussen de deelnemers. Als eerste zal de premie voor werkgevers en werknemers met nog eens 2,5 procent stijgen. Mocht dit onvoldoende zijn, dan is korten op de pensioenrechten van alle deelnemers de volgende maatregel. Dat kan oplopen tot maximaal 10 procent. Blijken ook deze ingrepen onvoldoende, dan volgt een extra korting (maximaal 5 procent) waarbij we de gepensioneerden ontzien. Zij voelen een korting immers direct in hun portemonnee. Voor werkenden en ‘slapers’ ligt dit anders. Zij ontvangen nog geen pensioen.”