Thuiszorgorganisaties die huishoudelijke hulp aanbieden, moeten betere afspraken maken over onder meer de deskundigheid van personeel en de vervanging van medewerkers bij ziekte of vakantie. Ook laat het toezicht op onderaannemers te wensen over. Dat concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in een rapport dat donderdag is verschenen.
De IGZ stelt verder in het rapport dat thuiszorgaanbieders die huishoudelijke hulp uitbesteden, vaak onvoldoende toezicht houden op het werk dat de onderaannemer levert. De inspectie heeft onderzoek gedaan naar de werkwijze van ongeveer 370 thuiszorgorganisaties. De meesten hebben wel aandacht voor de voorwaarden om goede kwaliteit te bieden. Er zijn echter nog verbeteringen nodig op het gebied van deskundigheid van medewerkers, continuïteit van zorg en toezicht op onderaannemers.
Wmo-hulp moet goed geregeld
Ruim 300.000 mensen maken gebruik van huishoudelijke hulp in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het is volgens de IGZ van belang dat die hulp goed geregeld is, omdat mensen dan langer zelfstandig kunnen wonen en geen gebruik hoeven te maken van andere, vaak duurdere voorzieningen.
Toezicht door de gemeenten
De inspectie constateert ook dat het toezicht door de gemeenten, die belast zijn met de uitvoering van de Wmo, nog voor verbetering vatbaar is. De gemeenten zouden bij de aanbesteding van de huishoudelijke hulp meer kwaliteitseisen moeten stellen, aldus de IGZ. (ANP)