Zorgaanbieders die op zoek zijn naar interim-managers kunnen sinds kort via de digitale dienst van LinkedInterim zonder tussenkomst de databank van interim-bureau de Veghte doorzoeken. Volgens de Veghte-directeur Bert Blankestijn kunnen zorgaanbieders dankzij de nieuwe interim-site tijd en geld besparen.
Tweedeling
Volgens Blankestijn is LinkedInterim een logisch antwoord op de groeiende tweedeling op de markt voor interim-management. “Enerzijds zijn er opdrachtgevers met complexe vraagstukken waarbij veel advies en begeleiding komt kijken, daar is de Veghte voor. Anderzijds zien we steeds meer opdrachten die relatief rechttoe rechtaan zijn. Als je alleen het juiste poppetje bij een nauw omschreven opdracht zoekt, dan is de traditionele weg lang en duur.”
Digitaal netwerk
Daarbij voelt ook de Veghte de impact van het groeiende gebruik van social media. Hierdoor zijn zorgaanbieders in toenemende mate geneigd om binnen hun eigen digitale netwerken op zoek te gaan naar interim-kandidaten. Met de digitale opzet en de zelfstandige rol van de opdrachtgever komt LinkedInterim hieraan tegemoet. De naam mag daarbij wat Blankestijn betreft worden gezien als een kleine knipoog naar LinkedIn. “Natuurlijk ervaren wij ook concurrentie van social media”, zegt Blankestijn. “Als je alleen via persoonlijke advisering blijft werken, ga je een deel van markt missen.”
Toegevoegde waarde
Via LinkedInterim kunnen opdrachtgevers direct toegang krijgen tot het zorgvuldig samengestelde kandidatennetwerk van managementbureau de Veghte. Een verfijnd zoeksysteem op basis van uitgebreide kandidaatprofielen helpt opdrachtgevers gericht te zoeken naar de gewenste kandidaat. Voor het gebruik van de website betalen de opdrachtgevers een eenmalige fee. Anders dan bij de reguliere interim-search is er bij een match geen sprake van opslagen. “Als je als interim-bureau veel tijd aan begeleiding en advies besteedt, dan hoort daar een reële vergoeding tegenover te staan”, licht Blankestijn het verdienmodel toe. “Maar in het verleden werd er door sommige bureaus met relatief hoge marges gewerkt, terwijl de toegevoegde waarde te wensen over liet.”