De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde wil met spoed een overleg met minister Edith Schippers van VWS over de geplande invoering van de DOT-productstructuur. Dat schrijven ze in een brief aan de minister.
Volgens de kinderartsen is DOT niet geschikt voor gebruik in de ‘academische praktijk’. Dit omdat de DBC-structuur ontwikkeld is voor de kindergeneeskunde in algemene ziekenhuizen. Over de zorg in academische ziekenhuizen werden aparte afspraken gemaakt, waardoor nooit een typeringslijst voor de academische kindergeneeskunde is gemaakt. Dat is ook niet gebeurd toen DOT werd ontwikkeld. De kinderartsen vrezen dat de academische kindergeneeskunde daardoor verliesgevend wordt als de prestatiebekostiging in 2012 wordt ingevoerd.
Problemen
In hun brief schetsen de kinderartsen een beeld van de onvolkomenheden. Zo bestaan voor acht subspecialismen geen enkele toppreferente zorgproducten. Voor zes andere subspecialismen waarvoor die zorgproducten wel bestaan, dekken ze de toppreferentie zorg niet door inadequate beslisregels. Bovendien zijn veel toppreferente zorgproducten te veel toegesneden op volwassenenzorg. Dezelfde verrichting door kinderartsen is niet declarabel.