Sophia Revalidatie en Revalidatiecentrum De Hoogstraat zien af van een fusie. Het besluit volgt op de aankondiging van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) om nader onderzoek te doen naAr de voorgenomen fusie.
De bezwaren van de NMa concentreerden zich op de regio Gouda waar zowel Sophia als De Hoogstraat actief zijn. De NMa heeft laten doorschemeren een marktaandeel van 70 tot 80 procent op het gebied van niet-klinische en medisch-specialistische revalidatiezorg te groot te vinden.
Kans verkeken
Sophia en De Hoogstraat betreuren de opstelling van de NMa. Gezien de onzekere uitkomst van de vergunningprocedure vinden de betrokken raden van bestuur het niet verantwoord het fusietraject voort te zetten. Daarmee is volgens de revalidatiecentra een goede kans verkeken om twee relatief kleine spelers in het ziekenhuislandschap samen te brengen en kostenreductie te combineren met investeringen in de kwaliteit van een belangrijk medisch specialisme.
Ongerijmd
De betrokken bestuurders geven in een verklaring aan niet goed te begrijpen hoe de opstelling van de NMa te rijmen valt met het overheidsbeleid dat juist gericht is concentratie van specialismen en kostenreductie. Sophia en De Hoogstraat wijzen er ook op dat de bezwaren van de NMa zich toespitsen op de hele kleine regio waarin beide centra actief zijn. Deze regionale markt telt volgens Sophia en De Hoogstraat slechts enkele tientallen kinderen en een kleine tweehonderd volwassenen.
Berekening
Ook de berekening van het marktaandeel klopt volgens de twee partijen niet. Voor niet-klinische revalidatiezorg voor volwassenen zou het marktaandeel van de beoogde fusieorganisatie in de Goudse regio minder dan 10 procent groter zijn dan het huidige marktaandeel van Sophia Revalidatie. Alle patiënten in deze regio behouden bovendien na de fusie de keuze tussen drie verschillende aanbieders van specialistische revalidatie.