De ‘psychiatrische autopsie’ is een nuttig instrument dat altijd gebruikt zou moeten worden na overlijden van een dader. Dat stelt Nils Duits, die namens het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie het onderzoek leidde naar Tristan van der Vlis die in april zes mensen doodschoot in Alphen aan den Rijn en daarna zelfmoord pleegde.
Hoewel ggz-instelling Rivierduinen niet heeft meegewerkt aan het onderzoek naar Van der Vlis, zijn de onderzoekers er toch in geslaagd een goed beeld van hem te schetsen, zegt Duits tegenover de NOS. De 24-jarige dader leed aan schizofrenie en had een ernstig psychotische belevingswereld. Hij had al twee keer eerder geprobeerd zich van het leven te beroven. Om erachter te komen wie Van der Vlis was, is uitgebreid gesproken met mensen uit zijn omgeving, zoals zijn ouders, andere familieleden en leerkrachten, vertelt Duits.
Belemmerd
Verder zijn allerlei documenten uitgebreid onderzocht. “In dit geval was er veel. Hij had zelf veel geschreven en opgenomen, zodat wij eigenlijk een heel goed beeld konden krijgen van zijn ontwikkeling, maar ook van het begin van zijn ziekte”, aldus Duits. Dat GGZ Rivierduinen in het kader van het beroepsgeheim geen medewerking wilde verlenen, heeft het onderzoek naar Van der Vlis “enigszins belemmerd”, zegt Duits. “Maar we hebben wel duidelijke conclusies kunnen trekken.”
Discussie
In tegenstelling tot GGZ Rivierduinen besloot de huisarts, gezien het belang van het onderzoek, om wel mee te werken. Hierdoor was er wel informatie beschikbaar over de behandelgeschiedenis van de dader. Duits noemt het beroepsgeheim “een groot goed”, maar in dit geval had de ggz-instelling volgens hem een andere overweging moeten maken, gezien het belang voor ouders, slachtoffers en de maatschappij. Hij pleit voor een nieuwe discussie over het beroepsgeheim.
Steeds zieker
De belangrijkste conclusie van de psychiatrische autopsie is volgens Duits dat Tristan van der Vlis een jongen was die al heel lang ziek was. “Hij had al vanaf zijn 14de psychotische kenmerken en werd steeds zieker. Hij isoleerde zich eigenlijk steeds meer en raakte ook steeds meer overtuigd van zijn psychotische denkwereld.” Zijn ouders waren ten dele verrast door de uitkomsten van het onderzoek, stelt Duits. “Zij hebben zich langdurig zorgen gemaakt en zich ook laten informeren over schizofrenie, maar ik denk dat ze wel verrast waren over het feit dat het ziekteproces al zo lang duurde.” Behalve daderkennis, noemt Duits het ook positief dat het onderzoek een discussie heeft losgemaakt over wapenvergunningen. Hij hoopt dat het er ook toe leidt dat psychiaters hun patiënten in de toekomst zullen vragen naar wapenbezit.