Er zijn in Nederland aanzienlijke regionale verschillen tussen het aantal operaties dat ziekenhuizen uitvoeren bij dezelfde aandoening. Dat blijkt uit een onderzoek van Vektis en Plexus in opdracht van Zorgverzekeraars Nederland (ZN).
Voor het eerst is voor twaalf veel voorkomende aandoeningen gekeken naar hoe vaak artsen overgaan tot een operatieve ingreep. Het blijkt dat operaties in een bepaalde regio soms 2 tot 5,5 keer vaker voorkomen dan elders in het land. Het is niet duidelijk waarom artsen in het ene ziekenhuis eerder besluiten tot opereren, terwijl behandelaars in een ander ziekenhuis juist terughoudend zijn met de ingreep.
Kwaliteit
Praktijkvariatie kan duiden op over- of onderbehandeling en daarom is er vaak een directe relatie met de kwaliteit van de geleverde zorg. Voor ZN reden om met de medisch specialisten in gesprek te gaan om te kijken hoe ze gezamenlijk de praktijkvariatie kunnen verminderen.
Operaties
Van de twaalf aandoeningen zijn de grootste regionale verschillen te vinden bij operaties in het geval van rughernia, spataderen, vaatvernauwing in de benen, beknelde polszenuw en goedaardige prostaatvergroting. Zo is bijvoorbeeld de kans op een operatieve ingreep bij spataderen in de kop van Noord-Holland bijna drie keer groter dan in de Achterhoek. Bij rughernia opereren sommige ziekenhuizen 5,5 keer vaker dan elders. Bij de operatieve behandeling van staar, galstenen, halsslagadervernauwing, heup- en knievervanging, liesbreuk en het knippen van amandelen is het verschil kleiner. Daar voeren artsen in sommige regio’s ongeveer twee keer zo veel operaties uit als in andere regio’s.