De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de prestaties en bijbehorende prijzen vastgesteld voor de forensische zorg die het ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012 inkoopt. Vergeleken met vorig jaar zijn De productprijzen voor behandelgroepen zijn gemiddeld met 0,4 procent gestegen, terwijl de prijzen voor verblijf met 15 procent zijn gedaald.
Productprijzen
De NZa heeft dit jaar voor het eerst productprijzen vastgesteld in plaats van dummyprijzen. Dat kon door een vergelijking te trekken met kosten uit de reguliere geestelijke gezondheidszorg (ggz). De productprijzen zijn een volgende stap in de richting van de reguleringstaak die de NZa vanaf 2012 in de forensische zorg krijgt. De nieuwe prijzen kunnen worden gebruikt bij declaratie, registratie en zorginkoop in de forensische ggz.
Vergelijking
Het is de eerste keer dat er voldoende onderbouwde prijzen geadviseerd konden worden voor de Diagnose Behandel- en Beveiligings Combinatie (DBBC). Dat was mede mogelijk door behandelingen in de forensische ggz te vergelijken met kosten van behandelingen in de reguliere ggz.
Advies
De NZa spreekt in het advies van niet-gereguleerde prijzen, omdat zij wettelijk nog niet bevoegd is om tarieven in de forensische ggz vast te stellen. Vanaf 2012 gaat de NZa de rol van regulator en marktmeester vervullen in de forensische ggz. Dan krijgt de NZa ook de wettelijke verantwoordelijkheid voor het vaststellen van prestaties en tarieven.
Vangnet tot 2014
De NZa adviseert de minister van Veiligheid en Justitie om het vangnet, dat de risico’s van de overgang van budget naar prestatiebekostiging ondervangt, in 2012 in stand te houden en naar 2014 toe te afbouwen. Begin 2012 zal de NZa in een Uitvoeringstoets adviseren over hoe en hoe snel prestatiebekostiging kan worden ingevoerd in de forensische zorg.