Instellingen in de ggz mogen vanaf 2012 kiezen of zij afrekenen met budgetparameters of via diagnosebehandelingcombinaties (DBC’s). Voorwaarde is wel dat er overeenstemming is met verzekeraars over de manier van afrekenen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft dit vrijdag bekend gemaakt.
Administratieve lasten
Deze beleidswijziging moet de administratieve lasten verminderen. Omdat de NZa de registratie van budgetparameters niet langer verplicht stelt, hoeven instellingen geen dubbele administratie meer te voeren. Ondertussen kunnen instellingen ook vast wennen aan de overgang naar prestatiebekostiging in 2013 waarbij ze zich volledig op DBC’s richten. In de huidige situatie ligt de nadruk nog op de budgetparameters; deze bepalen de uiteindelijke inkomsten van een instelling. Bij de verantwoording op basis van de werkelijke productie in DBC’s verschuift de nadruk naar de DBC’s.
Hoe werkt het?
Instellingen maken net als nu een afspraak met de zorgverzekeraar over de te leveren zorg in zowel budgetparameters als DBC’s. Zij spreken ook een verhouding af tussen beide, de zogenaamde omrekenfactor. Vervolgens registreert een instelling gedurende het jaar niet meer de budgetparameters, maar alleen DBC’s. De instelling verantwoordt de werkelijke productie in DBC’s, gecorrigeerd voor de omrekenfactor. Hierbij geldt dat, net als nu, het vooraf afgesproken budget alleen overschreden kan worden als de instelling en de zorgverzekeraar het eens worden over aanvullende productieafspraken.
Kapitaallasten
Om in DBC’s te kunnen verantwoorden moeten ggz-instellingen voor 1 maart 2012 op hun budgetformulier aangeven voor welke manier van afrekenen zij kiezen. Afrekenen in DBC’s kan effect hebben op de hoogte van de vergoeding voor kapitaallasten voor een instelling. De NZa vraagt hier expliciet naar op het formulier.