Dat zijn de belangrijkste conclusies uit de aanscherping van de visie #Samenvoorwaardevolle zorg, opgesteld door een groep bestuurders en vertegenwoordigers van verpleeghuizen, zorgkantoren, het ministerie van VWS en belangenverenigingen.
Ruim tachtig professionals kwamen op 4 december bijeen in Tiel om zich te buigen over de toekomst van de verpleeghuiszorg in Nederland. De dag was een vervolg op de visie #Samenvoorwaardevolle zorg, dat de beweging in maart aan de minister aanbood, onder leiding van een groep vertegenwoordigers van de beweging, bestaande uit Karin Leferink (bestuurder IJsselheem), Caro Verlaan (senior manager langdurige zorg CZ zorgkantoor), Jan Hamers (hoogleraar ouderenzorg Maastricht University) en Josefien Kursten (directeur regulering NZa), Carin Gaemers (auteur Manifest Ouderenzorg).
Bekostiging
Kern van de visie is dat de verpleeghuiszorg stabiliteit gegund wordt en dat de bekostiging hieraan moet bijdragen. Alleen zo kan de zorg het hoofd bieden aan uitdagingen als het oplopend personeelstekort, toenemende vergrijzing en de daarbij veranderende zorgvraag. Het uitgangspunt van #Samenvoorwaardevollezorg is dat alle bewoners van verpleeghuizen dezelfde toekomstbestendige zorg krijgen, volgens het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.
Praktijk als uitgangspunt
De beweging wil toe naar een eenvoudiger bekostigingsmodel dat de praktijk als uitgangspunt neemt, met minder administratieve lasten. Belangrijk is dat het nieuwe systeem vertrouwen biedt aan alle sleutelspelers in de verpleeghuiszorg, zorgaanbieders, zorgkantoren en overheid. De manier waarop dit model tot stand komt is anders dan gebruikelijk. De beweging wil toekomstbestendige verpleeghuiszorg bereiken door samen te leren en uit te proberen. De bekostiging moet dit faciliteren.
De volgende bijeenkomst vindt plaats in het voorjaar van 2020. De uitkomsten van de nulmeting van de integrale vergelijking worden dan gepresenteerd. De aanwezigen zullen dan gezamenlijk de bruikbaarheid en toepasbaarheid van het model bespreken. Daaruit moet een vervolgadvies komen, dat weer wordt aangeboden aan de minister van VWS.