Een vraagstuk waar ik veel verwarring over zie en waar niet goed genoeg over wordt nagedacht, is het vraagstuk van schaal. Wat doen we lokaal, wat in de wijk, wat juist regionaal, of bovenregionaal en wat kan beter (inter)nationaal? En wat is dan eigenlijk de regio? En welke orde van grootte is bovenregionaal?
Ontelbaar aantal regio’s
Een aantal jaar terug, ter voorbereiding op mijn oratie, maakte ik al een landkaart om te zien welke regionale indeling en netwerken er allemaal zijn. Het was zo veel, dat de google-map onleesbaar werd. Er zijn vele regio-indelingen; GGD/GHOR-regio, de zorgkantoor regio’s, de veiligheidsregio, regio’s rondom een ziekenhuis of regiogrenzen gericht op een bepaalde doelgroep. Het aantal netwerken en samenwerkingsverbanden in de regio’s is nog ontelbaarder.
Schaalverwarring
Regio-indelingen zijn echter wel van belang, want zij vormen vaak de basis voor samenwerkingsafspraken, convenanten en de inrichting van de besluitvormende gremia en governance die ervoor moeten zorgen dat het gaat werken. Want de organisatie van de zorg gaat echt een andere fase in waarin zorgorganisaties zich doorontwikkelen naar ondersteunende en faciliterende organisaties voor een regio. Een inrichtingsvraagstuk. Ook elders speelt het: na jaren van decentralisatie, werken de Finnen weer aan een stukje re-centralisatie in 18 ‘counties’. Nadenken over wat de passende schaal en regio is, is daarmee het onderliggende vraagstuk.
Ik zie veel schaalverwarring in de regio en het is nog nauwelijks een subject van onderzoek. Bij een niet passende schaal liggen onduidelijkheid, veel (bureaucratisch) overleg, weinig voortgang en financiële risico’s op de loer. De eerste associatie bij schaal is vaak een natuurlijk geografisch gebied. De rivier of snelweg is dan de afbakening. Dat is soms zo, maar veel vaker is de gekozen schaal de uitkomst van een sociaal-politiek proces.
Niet 1 optimale schaal
In mijn recente paper beschrijf ik vijf factoren die goed zijn om te overwegen voor een passende schaal. Want; er is niet 1 optimale schaal. Als eerste zijn schaal en volume gerelateerd; grote volumes (bv ouderen) kunnen uitnodigen tot een lokale schaal. Ook de benodigde (specialistische) kennis is een factor voor schaal issues; waarbij de mogelijkheden van de digitalisering een enorme impact kunnen hebben op wat ‘ver en dichtbij’ is. Om de regio-governance te laten werken, is ook bepaling van wat en wie in redelijkheid de verantwoordelijkheid met elkaar kan dragen een factor. En hoe voldoende adaptief te blijven.
Besluitvorming in netwerken is balanceren tussen ‘inclusief zijn’ (iedereen aan boord) en ‘efficiëntie’ (überhaupt tot besluiten komen). Tenslotte is ook de ervaring/historie in de regio relevant en niet zomaar uit te wissen. Kortom, de klassieke ‘micro-meso-macro’ indeling heeft zijn langste tijd gehad. Sommige opiniemakers bekritiseren de regionalisering in de zorg als nieuw modewoord. Maar voordat men straks roept ‘dat met die regio’s, dat werkt ook niet’ is nu wijsheid en ontwarring geboden.
Mirella Minkman
Lid raad van bestuur van Vilans, Bijzonder Hoogleraar innovatie van organisatie en governance van integrale zorg, en vice-voorzitter van het bestuur van de International Foundation for Integrated Care