“We zouden ons op een slimme manier beter kunnen bewapenen door ons op tijd te positioneren met stevige argumenten”, zegt Van den Brink in een interview met de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), waar ze de afgelopen jaren ook bestuurslid was. “Dat hoeft niet onaangenaam te zijn. Dat moeten we doen op een manier die bij ons past. Maar als ik naar onze cao kijk is het idioot dat onze mensen voor vergelijkbaar werk minder verdienen dan werknemers in andere sectoren. Dat verhaal zou meer verteld moeten worden, want de werknemers zijn het goud van onze sector. Geld is niet alleen wat je in je portemonnee terug vindt, maar staat ook voor de waarde die de samenleving aan jouw werk koppelt.”
Anders doen
Ook als het om de toekomst van de sector gaat, schuwt Van den Brink in haar afscheidsinterview geen kritiek. “We zitten als sector niet te wachten op reparaties, zoals in het programma ‘Volwaardig leven’ worden aangedragen. We moeten echt anders gaan kijken, denken en doen. Wij staan als sector voor het welzijn van mensen met een beperking, dus vinden wij het niet belangrijk onder welk wetje dat valt. Ik vond het stuitend dat de minister [Hugo de Jonge –red.] niet over de grenzen heen wilde kijken.”
Dus schroomde Van den Brink als VGN-bestuurslid ook niet om de minister ongevraagd enkele concrete actiepunten aan te reiken. “Natuurlijk is het de minister, maar we hadden al twee overlegronden achter de rug. We mogen ons best meer bewust worden van het feit dat we inhoudelijk sterk zijn in ingewikkelde debatten met externe stakeholders.”
Meewind
Anders dan menig collega-bestuurder in de gehandicaptenzorg kijkt Van den Brink zonder wrevel terug op de centralisatie. “De bezuinigingen waren lastig; Middin heeft een aantal locaties moeten sluiten en dat is altijd pijnlijk voor de direct betrokkenen”, blikt Van den Brink terug. “Maar ik heb de decentralisatie –de bureaucratie daar gelaten- vooral als meewind ervaren. Het heeft een enorme veerkracht onder cliënten en medewerkers losgemaakt. En we zijn echt dichter op de samenleving komen te staan, terwijl we nu met dezelfde middelen veel meer mensen bedienen.”
Maatschappelijke opdracht
Bij deze operatie is Van den Brink naar eigen zeggen welbewust weggebleven van ondernemende constructies. “Bij de decentralisatie waren vele mensen in één keer bezig met BV’tjes en commerciële partijen. Ik ben zelf altijd bij mijn maatschappelijke opdracht gebleven. Wat worden de mensen die ondersteuning nodig hebben er beter van? Dat is altijd de vraag geweest van waaruit ik heb geredeneerd.”
Prikkel
Van den Brink laat in het midden wat ze na het neerleggen van haar bestuurder-schap gaat doen, anders dan dat een nieuwe job waarschijnlijk “maatschappelijk gerelateerd” zal zijn. “Ik laat me door mijn nieuwsgierigheid leiden.” Of die straks voldoende geprikkeld wordt? “Er komt vast wel iets waarvan ik denk: hier zou ik me wel weer eens kwaad over willen maken.”