De 38-jarige Tine Nys kreeg op 27 april 2010 euthanasie op basis van psychisch lijden. Volgens het openbaar ministerie werden de voorwaarden van de euthanasiewet niet nageleefd en daarom moesten de drie artsen betrokken bij de euthanasie zich verantwoorden voor het hof van assisen.
De aanklager wilde vrijspraak voor de huisarts van Nys, maar de uitvoerende arts en de psychiater moesten volgens het openbaar ministerie wel schuldig worden verklaard aan vergiftiging. De verdediging van de drie artsen had vrijspraak gevraagd.
De raadkamer besloot in 2016 om de artsen niet te vervolgen, maar een van de zussen van de vrouw ging daartegen als burgerlijke partij in beroep. De Gentse kamer besloot uiteindelijk eind 2018 om de artsen te verwijzen naar het hof van assisen. Het is de eerste keer dat artsen zich voor het hof moesten verantwoorden sinds de inwerkingtreding van de euthanasiewet in 2002. Tegen de uitspraak is alleen beroep bij het Hof van Cassatie mogelijk.
Het hof en de jury kwamen met de motivering dat twijfel in het voordeel van de beschuldigden is. Het publiek in de zaal applaudisseerde bij de vrijspraak. “Dat is een ongepaste reactie”, zei voorzitter Martin Minnaert daarover. “De uitspraak bewijst dat de wet, hoewel niet volmaakt, toch solide is”, zei Wim Distelmans, de voorzitter van de Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie. (ANP)