Stichting FWG bracht de afgelopen jaren met enige regelmaat trendrapportages over de zorgsector uit, zoals de ‘De zorg terug naar de tekentafel’ (2013), ‘De zorg ontregelt’ (2015) en ‘De zorg, ongelijk voor iedereen’ (2017). Daarbij trachtte de stichting ook te duiden waar het met de zorg heen ging. Tien jaar na het verschijnen van het eerste rapport vraagt FWG tien experts van het eerste uur om terug te kijken op hun uitspraken van toen.
Kiezen in de zorg
De uitspraak bovenaan dit artikel is van Diana Delnoij, hoogleraar bij Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) en verbonden aan Zorginstituut Nederland. Ze heeft het over het gebruik van kwaliteitsinformatie door patiënten. Tien jaar geleden stelde Delnoij dat er al veel energie werd gestoken in het ontwikkelen van vergelijkende informatie over zorgverleners. Op dat moment maakte nog maar 5 procent van de patiënten gebruik van kwaliteitsinformatie, zo bleek uit internationaal onderzoek. Delnoij verwachtte dat de ontwikkeling van prestatie-indicatoren een prikkel zou zijn voor zorgaanbieders om te werken aan kwaliteit. Daarbij zouden ze de patiënt wel moeten betrekken.
“In de afgelopen tien jaar hebben we echter gezien dat de registratie en publicatie van kwaliteitsinformatie door zorgverleners niet alleen als input voor kwaliteitsverbetering wordt gezien, maar ook als een grote administratieve belasting”, stelt Delnoij nu, tien jaar later. “Uit een onderzoek van het Nivel bleek dat vorig jaar 17 procent van de zorggebruikers gezocht had naar informatie over zorgaanbieders om te kijken wie de beste zorg levert, wat de ervaringen zijn en om een keuze te maken. Sommige ontwikkelingen voltrekken zich niet zo snel: kiezen in de zorg zou daar wel eens een van kunnen zijn”, concludeert ze.
Echte innovatie blijft uit
En zo zijn er nog meer ontwikkelingen in de zorg die de afgelopen tien jaar minder snel zijn gegaan dan de experts hadden verwacht. Grote verwachtingen waren er van de ontwikkeling van zorg op afstand en ook hierbij werd er iets extra’s van patiënten gevraagd. “Door de patiënt te coachen op het interpreteren van online beschikbare gezondheidsinformatie en de resultaten van op afstand gedane metingen, hoeft hij of zij steeds minder vaak een beroep te doen op zorgverleners”, voorzag Bettine Pluut, strategisch adviseur en actieonderzoeker aan de ESHPM.
Tien jaar later zegt Pluut enthousiast te zijn over de groeiende mate van patiëntparticipatie in de ontwikkeling van innovaties. Echter, zij is ook programmamanager van het Vliegwiel voor digitale innovatie. “Helaas is zo’n vliegwielcoalitie nog hard nodig. Er zijn tal van knelpunten in de opschaling, zoals weinig goed actieonderzoek, gebrekkige kennis deling en negatieve financiële prikkels. Wat we ook zien is dat echte innovatie vaak uitblijft. (..) Je ziet dat veel instellingen digitale toepassingen gebruiken zonder zorgprocessen echt anders in te richten”, stelt ze vast.
Ondernemen in de zorg
Een ontwikkeling die de zorg had moeten transformeren, is de marktwerking. Annemieke Bambach, directeur van Het Gastenhuis, zag destijds al weinig animo voor marktwerking, maar vond dat niet terecht. In de FWG-bundel constateert ze dat in de ouderenzorg de marktwerking onvoldoende van de grond is gekomen. “De overheid koos er vijf jaar geleden voor om bejaardentehuizen massaal te sluiten. Thuiszorg werd het toverwoord. Maar voor het groeiende aantal mensen dat het thuis niet meer redt en hun familie, is een schrijnende realiteit ontstaan. Vereenzaming, depressie, overbelaste mantelzorgers en een verschuiving naar kostbare ziekenhuisopnames zijn het gevolg. Maatschappelijk en kostentechnisch is het huidige model onhoudbaar.”
Volgens Bambach vragen de problemen in de ouderenzorg om slimme concepten die snel uitgerold en efficiënter uitgevoerd kunnen worden dan de huidige zorg. “Zulke concepten bestaan al”, zegt ze. ‘Maar het ontbreekt aan samenwerking en politieke wil. Aan ondernemen in de zorg kleeft nog steeds een bijsmaak. Serieuze ondernemers moeten daarom op hun tenen lopen. Terwijl zij juist begrijpen hoe je het efficiënt en toekomstbestendig inricht.”
Preventie
Naast de trends die langzaam op gang komen, zijn er ook punten waarop de deskundigen aangenaam verrast zijn door de zorg. “Tien jaar geleden was preventie nog een beladen term, maar nu wordt er gewoon een Nationaal Preventieakkoord gesloten”, zegt Nicolette Warmenhoven, strategisch adviseur bij het RIVM. “Je ziet dat gemeenten aan de slag zijn met de lokale vertaling. Het gaat de goede kant op.”
Tot slot zijn ook op het gebied van medische technologie grote stappen gezet. “Operatiekamers zijn nog niet zonder snoeren, maar de ontwikkelingen gaan nu erg snel”, zegt Karianne Lindenhovius, CEO van ArthroSave. Ze verwacht veel van de ontwikkeling van AI en Machine Learning. “Dat systemen zelflerend zijn, vinden we soms beangstigend, maar ik denk dat in de zorg de komende jaren veel denkkracht van de mens overgenomen gaat worden.” Lindenhovius blijft er, net als tien jaar geleden, bij dat de zorg snoerloos een stuk makkelijker en veiliger kan werken.
henryflg
Innoveren is maatwerk. Om succesvol te innoveren moet het oog gericht zijn om het toevoegen van waarde; eigenlijk is het beter om te spreken over de klantwaarde die wordt toegevoegd. Want daar gaat het uiteindelijk om bij innovaties. De waarde die de klant ervaart en niet de waarde die wordt beoogd. Bedenk daarbij ook dat klantwaarde verder gaat dan de gebruikerswaarde of voordelen waarvoor de innovatie staat. Ook de inspanningen en risico’s bij de aanschaf en het gebruik moeten al in een vroeg stadium worden getoetst om een volledig beeld te krijgen omtrent de wenselijkheid van de innovatie. Om succesvol te innoveren is een risico/kans-analyse vooraf sterk aan te raden. Henry Goverde (partner Dispicio)