De kosten voor de inhuur van externen in de zorg zijn de afgelopen jaren fors toegenomen: met 49 procent tussen 2015 en 2018. De kosten voor personeel niet in loondienst (pnil), stijgen vele malen harder dan de gewone personeelskosten. Ze maken daardoor een steeds groter deel uit van de bedrijfskosten in de zorg, maar zijn daarnaast ook nog moeilijk te voorspellen. Veel zorgaanbieders moeten wel externe krachten om personeelstekorten aan te vullen. De zorg kampt met een hoog ziekteverzuim en verloop. Daarbij komt het voor dat medewerkers eerst uit dienst gaan en daarna door dezelfde organisatie worden ingehuurd als flexwerker.
‘Onbedoelde concurrentie’
Het kabinet heeft algemene maatregelen ingezet om de verschillen tussen vaste en flexibele medewerkers op de arbeidsmarkt te verkleinen, onder meer met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) die op 1 januari van kracht is geworden. De ministers De Jonge en Bruins en staatssecretaris Blokhuis (VWS) komen nu met een aantal voornemens specifiek voor de zorgsector. Deze moeten “onbedoelde concurrentie” tussen flexwerkers en vaste medewerkers tegengaan.
VWS wil dus dat er een maximaal tarief komt voor de inhuur van flexwerkers. Dat tarief moet “in redelijke verhouding” staan tot de loonkosten van een vergelijkbare, vaste medewerker. Binnen dat tarief moeten ook de eventuele kosten van een bemiddelingsbureau zijn verwerkt. De meerderheid van de zzp’ers is via zo’n bureau aan het werk. Daarnaast wil het ministerie dat de inhuur van flexwerkers gericht is op het opvangen van de zorgvraag op piekmomenten en ziekteverzuim, en voor het opvangen van specialistische kennis, ofwel “piek, ziek en uniek”. Het ministerie gaat nog bekijken hoe moderne varianten van vaste en flexibele contractvormen zouden kunnen bijdragen aan het verkleinen van de onderlinge verschillen.
‘VWS jaagt professionals weg’
Volgens NBBU, belangenbehartiger van professionele intermediairs op de arbeidsmarkt, zullen de plannen van VWS professionals uit de zorg verdrijven. De organisatie keert zich tegen maatregelen die, volgens NBBU, tot doel hebben het zzp-schap in specifieke sectoren onmogelijk te maken. “Juist nu we middenin een politiek en maatschappelijk debat zitten over modernisering van de arbeidsmarkt”, aldus de organisatie: ”Het is een illusie te denken dat zzp’ers in de zorg die bewust voor het zelfstandig ondernemerschap kiezen, in loondienst terugkeren.”
Vakbonden blij
De vakbonden CNV en FNV hebben vandaag juist positief gereageerd op nieuwe arbeidsmarktcijfers van het CBS, waaruit blijkt dat het aantal vaste banen vorig jaar is gegroeid met 200 duizend. “De vlag kan langzaam uit”, reageert de CNV. “Veel werkgevers nemen eindelijk weer de goede afslag”. De bond is ook blij dat het aantal uitzendkrachten afgelopen jaar met 15.000 daalde.
Mark Hoppenbrouwer
Jaren lang was marktwerking in de zorg het toverwoord, nu ook het personeel dit heeft ontdekt, moet het stoppen?
Wat een kortzichtig en bekrompen mening.
Natuurlijk komt er geen een ZZPer terug in loondienst. Zo blijven gaten in bezetting en de vraag hoog. Vraag en aanbod houd de uren hoog,
Deze bobo’s in de zorg zouden de hand in eigen boezem moeten steken.
De meeste ZZPers in de zorg zijn dat niet omdat de CAO salarissen zo een vet pot zijn. Eerst daar de schade herstellen welke in de afgelopen jaren is aangericht. Bijvoorbeeld ; overuren ook als overuren betalen dus 100%, Toeslagen de ORT weer herstellen. Het basis salaris gelijktrekken met andere vakken en niet er van uitgaan dat de ORT het tekort compenseert.