Dat bevestigt het ministerie van Justitie en Veiligheid na berichtgeving in De Telegraaf. In 7 procent van de zaken waar vorig om een advies over toerekeningsvatbaarheid is gevraagd, kon dit niet worden gegeven, aldus het ministerie. Het gaat om zogeheten Pro Justitia-rapportages, waarin wordt gekeken of de verdachte een psychische stoornis heeft. Als dat het geval is, weegt de rechter dat mee in het oordeel over de zaak.
Geen pardon
Overigens is in deze zaken geen ‘pardon’ verleend vanwege het ontbreken van een rapport. De rechtbank in Den Haag deed dat dinsdag wel. Een verdachte die werd vervolgd voor mishandeling en bedreiging van familieleden kreeg geen straf of maatregel opgelegd omdat er geen rapport was opgesteld. Het ministerie noemt dit geval “ernstig” en wacht het hoger beroep van het Openbaar Ministerie af.
Justitie probeert de tweehonderd rapporten dit jaar alsnog te kunnen regelen, maar door de krapte op de arbeidsmarkt kampt ook het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) met personeelstekorten. Om te voorkomen dat de achterstand alleen maar groter wordt, zullen het Openbaar Ministerie en het NIFP kritischer kijken of een rapport daadwerkelijk nodig is. Uit een lokale proef blijkt dat een alternatief ook volstaat.
Het ministerie laat weten dat in 2012 er nog zeshonderd rapporteurs waren waar justitie een beroep op kon doen. Dat aantal is inmiddels gedaald tot tweehonderd. (ANP)