Er is geen twijfel dat er sprake is van een crisissituatie in de zorg. Wie bij instellingen over de vloer komt, weet dat alle zeilen al worden bijgezet om informatie te delen en zoveel mogelijk preventief te handelen. Personeelsplanning en capaciteitsvraagstukken dienen zich in rap tempo aan. Hoe kunnen we nog beter beslagen ten ijs komen?
Alle verenigingen en stakeholders in zorg en welzijn wijzen op het belang van preventief handelen, kennisdeling en roepen op tot tips en vragen vanuit de praktijk. Wat kunnen wij uit deze praktijken leren? In de ketenopvang van patiënten binnen zorg- en welzijnsinstellingen, ook wel de patiënt pathway genoemd, zijn verschillende capaciteitsvragen en fasen of zorgverlener pathways voor actieleren te onderscheiden.
Fase 1: Primaire en secundaire preventie en diagnose
In de eerste fase van preventie gaat het vooral om communicatie en om voorlichting. Wat is het voor virus, welke verschijningsvormen heeft het? Zijn er varianten? Wie is het meest kwetsbaar? In deze fase kunnen vrijwilligers worden ingezet om mee te helpen de preventie in de extramurale tak van de gezondheidszorg te realiseren. U en wij – iedereen – kan grote groepen ontwijken, handen niet schudden en sociaal contact (sportwedstrijden, concerten, theater, etc.) vermijden. Bedrijven reduceren het risico van uitval door ploegen medewerkers vanuit huis te laten werken. Ook op onze universiteiten worden colleges al gestreamd en online aangeboden. Virtueel thuiswerken draagt zo actief bij aan vermindering van besmettingsgevallen in Nederland.
Via on- en offline communicatie kan de preventie mogelijk op innovatieve wijze worden vormgegeven. Ook is meer mantelzorg nodig. Hierbij kunnen we kijken naar zorg- en welzijnsorganisaties die vooroplopen met patiëntenlogistiek, online en offline communicatie, inzet van technologie, voorkomen van eenzaamheid bij geïsoleerde ouderen, capaciteits- en personeelsplanning. Hoe snel kunnen zij schakelen met andere partijen dan de eigen zorginstelling? Kennis uitwisselen over deze thema’s is belangrijk komende periode.
Het ligt voor de hand dat vormen van gezondheidzorg, zoals inloopcentra met veel open contacten naar de buitenwereld, als eerste moeten digitaliseren, of gebruik moeten maken van andere vormen van communicatie. Dat is een perspectiefvolle kans ondanks de noodsituatie.
Fase 2: Behandeling van gediagnosticeerde patiënten
In de volgende fase, als het ziektebeeld is vastgesteld, is vaker een beroep op zorgverleners nodig. Zeker als patiënten niet langer in thuis-isolatie maar intramuraal behandeld of gemonitord zal worden. Hier raken we een kwetsbaar omslagpunt. Als meer patiënten intramuraal worden opgenomen is de capaciteit van de zorg mogelijk al gauw onvoldoende. De personeelsvoorziening in de gezondheidszorg is bovendien over de hele linie al krap en kan ook niet zomaar worden heringedeeld. We kunnen ons voorstellen dat bij een substantieel groter beroep op de zorg verloven kunnen worden ingetrokken, of sprake kan zijn van her-prioritering van de personeelsinzet. Hier kunnen scenario’s worden ontwikkeld, als dan niet met behulp van big data analyse of econometrisch onderzoek. Het voert te ver voor dit artikel deze econometrische analyses nader te bespreken. Maar uit de beschikbare plaatjes over de personeelsbezetting per regio, is in een oogopslag te zien dat de grenzen van de brandhaarden zich niet veel aantrekken van provinciegrenzen of de lokale beschikbaarheid van personeel.
Via een koppeling van deze data is het mogelijk om personeelscapaciteit in kaart te brengen. Zo kunnen mogelijke kwetsbare gebieden (bijvoorbeeld zuidelijke provincies met meer patiënten, en minder netto beschikbaar personeel) worden onderscheiden. Via intensieve samenwerking tussen bijvoorbeeld werkgeversverenigingen en regionale zorginstellingen in Nederland, en ook in buurlanden, en het goed monitoren van de ontwikkelingen en beschikbare capaciteit, kan op tijd gehandeld worden om capaciteit uit te wisselen en een meer omvangrijke pandemie te voorkomen.
In algemene zin is het bepalen van het moment van overgaan op ‘crisiszorg’ lastig te bepalen. Ook nu zal de overgang stapsgewijs plaatsvinden, hoewel de duur van de stappen kan variëren.
Fase 3: Uitkomst behandeling
Na de fase van behandeling zijn er drie richtingen denkbaar. Hopelijk zullen zoveel mogelijk patiënten genezen, anderen zullen verdere behandeling behoeven, weer anderen zullen overlijden. Dat gebeurt bij iedere ‘normale’ griepgolf en alle gegevens wijzen erop dat dat in het geval van het Corona-virus zeker niet anders zal zijn. Ook in deze fase is er dus nog sprake van een duidelijke capaciteitsbehoefte van zorg- en welzijnsverleners om de kwaliteit van zorg te garanderen. Bij genezen patiënten moet immers de hand aan de pols worden gehouden, er kunnen zich nieuwe brandhaarden voordoen. Patiënten die verdere behandeling nodig hebben zullen een beroep doen op het medisch personeel. In geval van een meer massaal overlijden van patiënten zal er groot beroep gedaan worden op rouwverwerking en betekenisgeving, zeker in het geval bepaalde groepen burgers meer het slachtoffer blijken te zijn. Ook hier kunnen scenario’s worden opgesteld en kan in kaart worden gebracht wat er achtereenvolgens moet gebeuren.
Lerend systeem
Wij doen hierbij de oproep het idee van een lerend systeem nu waar te maken. Zorginstellingen en zorgverleners moeten ervaringen met elkaar delen over capaciteitsvraagstukken. We kunnen en moeten lessen trekken over preventie en hygiëne, over de spreiding van de ziekte, over digitale oplossingsmogelijkheden en nieuwe praktische oplossingen voor de personeelsinzet bedenken in de fases van de ‘patient pathway’.
Annet de Lange, Professor Successful aging at work, Psychology at Open Universiteit
Marc van der Meer, Bijzonder hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt aan de Tilburg Law School en CAOP