Het projectteam bestaat uit ingenieurs van de TU Delft, die samenwerken met clinici van het Erasmus MC en het LUMC. De standaardonderdelen, waaruit het door hen ontworpen beademingsapparaat bestaat, zijn vrijwel overal ter wereld lokaal beschikbaar. Volgens de ontwerpers kunnen honderden fabrikanten het apparaat maken. Dat komt onder meer doordat dezelfde functie op verschillende manieren kan worden uitgevoerd. Als een bepaald onderdeel niet beschikbaar is, kan een fabrikant een alternatief gebruiken.
Klinisch testen
Inmiddels denken fabrikanten en medische technologiebedrijven mee met het team over verdere opschaling. Het uiteindelijke ontwerp en de resultaten van uitgebreide veiligheids-, betrouwbaarheid- en duurzaamheidstests worden binnen enkele weken gepubliceerd. Dan kan het prototype overal ter wereld worden gebouwd en klinisch worden getest.
Overkoepelend initiatief
Het project is onderdeel van Air for All, een overkoepelend initiatief van de TU Delft. Ook OperationAIR, waarbij studenten een prototype voor een beademingsapparaat ontwikkelden maakt daar onderdeel van uit.
Mechanisch beademingsapparaat
Een ander opvallend project dat onder dezelfde paraplu valt, haalt inspiratie uit een museumstuk. Een team van ontwerpers leende bij Rijksmuseum Boerhaave een mechanisch beademingsapparaat uit de jaren ’60. Het ontwerp dat ze daarop baseerden is volgens de wetenschappers door leken te bouwen en te repareren. Mogelijk zou dat een uitkomst kunnen zijn voor minder ontwikkelde landen die te kampen hebben met de coronacrisis.