“Het wordt interessanter om over vier weken de test te herhalen, zodat we kunnen zien hoe de groei verloopt”, zegt hij. Uit analyse van ruim 4000 bloedmonsters bleek zo’n 3 procent antilichamen tegen het virus te bevatten. Dat is een tussentijds resultaat: in totaal test Sanquin er bij deze eerste proef 7000.
Groepsimmuniteit
“Deze test weerspiegelt de eerste vier weken van de uitbraak”, zegt Zaaijer. Mensen mogen alleen bloed geven als ze gezond zijn. De 3 procent die antistoffen in het bloed had, was dus al uitgeziekt na de besmetting. Zaaijer verwacht dan ook dat het percentage bij de volgende test hoger zal zijn. Hoe snel dit gaat, is van belang voor de ontwikkeling van groepsimmuniteit: hoe meer mensen al besmet zijn geweest en antistoffen aanmaken, des te minder kans het virus krijgt op verspreiding.
Betrouwbaarheid
De test werkt goed, maar geeft ongeveer één op de tien keer ten onrechte een positief resultaat. Om uitspraken te doen over een grote groep is dat betrouwbaar genoeg, maar Sanquin deelt de uitkomsten niet met donoren. “Je wilt mensen geen onzin verkopen”, zegt Zaaijer. Hij en zijn team hebben wel aangetoond dat de test niks mist. Ze deden specifiek onderzoek naar bloed van mensen die eerder positief hebben getest op het coronavirus en toen ze waren genezen weer bloed kwamen geven. In alle gevallen bracht de Sanquin-test antistoffen tegen het virus aan het licht.
Dat soms ten onrechte een positief resultaat uit de test komt, weten de onderzoekers doordat ze ook bloedmonsters van ver voor de corona-uitbraak aan de test onderwierpen. Die zouden allemaal negatief moeten zijn, maar in circa 10 procent van de gevallen kwam er een positief resultaat uit. Dat kan bijvoorbeeld komen doordat de test op een ander stofje reageert of is vervuild. (ANP)