Op 14 april meldt Skipr dat ambulante ggz samenhang en ambitie mist. Dat stelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) volgens het bericht in een recent rapport. Deze cliënten, de meest kwetsbare groep in de ggz, lopen hierdoor nog steeds risico’s.
Als behandelaars en onderzoekers in de ggz voor mensen met ernstige psychische aandoeningen zijn we de inspectie dankbaar voor haar analyse en herkennen wij de conclusies. We werken graag samen aan het formuleren van oplossingen. Een belangrijke oplossingsrichting is het werken en denken in netwerken, zoals ook door inspectie benoemd.
Samenhang en continuïteit
Dit gebeurt dagelijks in de verschillende zogenoemde FACT-teams van de ggz. Dit zijn multidisciplinaire teams met een vrijwel landelijke dekking. Deze teams werken, samen met andere teams in de ggz, hard aan samenhang en continuïteit in de zorg. Echter, deze teams hebben onvoldoende capaciteit en de samenwerking met het sociaal domein kan beter. Ook de pioniers van de samenwerking tussen FACT-teams en sociale wijkteams op diverse plaatsen in Nederland, ervaren hoe moeilijk dit in de praktijk te realiseren is.
Om de kennis en praktijk rond samenwerking te bevorderen, verschijnt in het najaar ons boek over netwerkpsychiatrie. De term netwerkpsychiatrie doet wellicht vermoeden dat netwerken in het ggz/medisch domein gezocht moeten worden. Het tegendeel is echter de bedoeling. Goede netwerkpsychiatrie omvat noodzakelijkerwijs het ggz/medisch domein en het sociaal domein, maar richt zich vooral op mensen met psychische aandoeningen.
Directe omgeving
De oplossingsrichting die wij voorstellen, betreft het organiseren van de behandeling en de zorg in de directe omgeving van de cliënt en diens naasten. Dat klinkt misschien niet als totaal nieuwe oplossing, maar het gebeurt onvoldoende en niet systematisch. De mogelijkheden die dit biedt, komen hierdoor onvoldoende tot hun recht.
Hulpverleners uit de ggz/medisch domein en professionals uit het sociale domein vormen een cirkel (netwerk op microniveau) om de cliënt en zijn betrokkenen heen. Hierdoor voert de patiënt zoveel mogelijk de regie over de behandeling. Deze hulpverleners staan met elkaar in contact in het (digitale) bijzijn van de patiënt, wat privacyproblemen voorkomt.
Systeemproblemen
Terecht signaleert de IGJ dat systeemproblemen een dergelijke netwerksamenwerking in de weg staan. Maar we kunnen niet wachten totdat die zijn opgelost. Financieringsschotten zijn hinderlijk, maar hoeven deze microsamenwerking niet in de weg te staan. Natuurlijk helpt het wel als instellingen, verzekeraars en gemeenten deze vormen van samenwerking op het niveau van de cliënt en de betrokkenen om hen heen faciliteren. Netwerksamenwerking op meso- en macroniveau dus.
Samenwerking is een proces tussen mensen en kan het beste gebeuren in de directe leefsituatie van de cliënt. Samenwerkingsafspraken tussen voorzieningen zijn niet voldoende om samenwerking op microniveau te borgen. Het is aan de hulpverleners zelf om dit samen met hun cliënten en naasten te organiseren. Bij opnames in de ggz, en bij afschaling van specialistische ggz naar de huisarts kan het netwerk blijven bestaan.
Opmaat
In de afgelopen weken hebben we kunnen zien hoe onder druk van de covid-19 crisis wordt samengewerkt. Er wordt noodzaak gevoeld om ondanks de formele restricties cliënten niet aan hun lot over te laten. Dat is wellicht een opmaat voor een netwerkpsychiatrie zoals boven geschetst.
Dit alles vergt een domein-overstijgende pro-actieve samenwerkingsattitude van hulpverleners, steeds in nauwe samenspraak met de cliënt. Het is aan instellingen, verzekeraars en gemeenten om regionale netwerken en professionals hierin te faciliteren. Zo kunnen lerende netwerken ontstaan die aansluiten bij behoeftes van cliënten en hun naasten en continuïteit van zorg mogelijk maken.
Niels Mulder
Psychiater Parnassiagroep en hoogleraar OGGz Erasmus MC
Dit blog is geschreven in samenwerking met Prof. dr. Hans Kroon, psycholoog en hoogleraar ambulantisering, Trimbos instituut, drs. Marcel Hilwig, Manager zorg en psychiater FACT-team Mondriaan, prof.dr. Philippe Delespaul, klinisch psycholoog Mondriaan en hoogleraar innovatie in de ggz, Universiteit van Maastricht en prof. Jaap van Weeghel, wetenschappelijk directeur kenniscentrum Phrenos.
Zomvs
Goedemorgen Niels,
Bedankt voor je blog. Je blog sluit aan bij hetgeen we in de Rotterdam mee aan de slag zijn in de ontwikkeling GGZ in de buurt, een traject in het kader van de GGZ wachtlijsten Rotterdam. Een initiatief waar verzekeraars, huisartsen, GGZ aanbieders ( ook de PG groep) de gemeente Rotterdam , ervaringsdeskundigen bij zijn betrokken. en waar juist vanuit de netwerk gedachte wordt gekeken naar organisatie van zorg . Ik zou het als programmamanager van dit initiatief dan ook leuk vinden om eens met je een afsprak te maken om te kijken waarin we elkaar kunnen versterken/vinden. Mijn mailadres is m.van.schie@zorgimpuls.nl ikhoor graag vanje.
Gert van Dooren
Beste Niels Mulder,
De opmaat van de huidige covid-19 crisis is ook dat er meer geluisterd moet worden naar top wetenschappers en ter zake kundige professionals. En dan met name naar diegenen die overstijgende vernieuwende inzichten hebben. Een aantal virologen zo zien we de laatste maanden schetsen wat er gedaan had kunnen en moeten worden om wellicht deze pandemie te voorkomen. Kort cyclisch politiek beleid, zorgaanbieders afrekenen op productie, wat is ‘systeem’ medicatie/vaccinatie etc. Beter was geweest dat overheid en verzekeraars samen met deze professionals adequaat hadden geanticipeerd op de voorhanden zijnde kennis en inzichten. Dit zou nu ook inderdaad de opmaat op het gebied van het beleid van de genoemde ggz doelgroep kunnen zijn. Het inspectierapport schetst het beeld van de al decennia lang bestaande veelal gefragmenteerde en gebrekkige samenwerking tussen partijen daarwaar juist continuïteit van professionele zorg en behandeling en geëngageerde informele en formele hulpbronnen voor mensen met landurige problematiek noodzakelijk is. De adviezen van de inspectie zijn nastrevenswaardig maar gaan nog wat voorbij aan de noodzaak om ggz aanbieders ( en professionals) ten behoeve van de genoemde doelgroep zich te laten bekennen tot een echt samenhangend en geïntegreerd zorg en behandelconcept over alle ggz (zorg)domeinen heen. Dan ook pas kan er bijvoorbeeld sprake van effectieve door de inspectie voorgestelde overleggen met het sociaal domein. Dat geld naar mijn idee ook voor de in de blog genoemde om de samenwerking rondom en met de cliënt op micro niveau te borgen. De in de blog en en in het inspectie genoemde ambitie om dit binnen het model van netwerkpsychiatrie te organiseren is uitstekend maar er ontbreekt naar mijn mening iets essentieels. De ggz partijen/professionals met prominente kennis en ervaring van en met de betreffende doelgroep dienen zich in een transmurale zorgorganisatie te verenigen. Dit concept zou ingericht moeten zijn op basis van ‘state of art’ inzichten om vervolgens continuïteit van zorg en waar nodig behandeling op basis van de ‘werkelijke needs’ van de client te arrangeren. Dan pas kan de verbinding met het sociaal domein en alle relevante partijen in een netwerkstructuur hout snijden.
Mijn recente ervaring in de palliatieve netwerkzorg ( Nederland beschikt over een dekkend aanbod van 65 palliatieve netwerken) leert dat het bij de verdere ontwikkeling erg helpt om op nationaal niveau zoiets als een denktank te organiseren. Adviezen zijn op die manier te formuleren op het gebied van bijvoorbeeld netwerkvormen, noodzakelijke transmurale en netwerkfinanciering, kennisinfrastructuur, netwerkgovernance, kwaliteitskader, etc. Op micro niveau worden resultaten behaald, voor diegenen die (regelmatig) tussen wal en schip vallen dient uiteindelijk toch een meer passend en sluitend concept van de ggz georganiseerd te worden. Het netwerk is dan een prachtige omgeving om met alle betrokkenen resultaten te behalen. De harde kern daarbinnen is de transmurale ggz organisatie die de ggz aanbieders uiteindelijk met elkaar dienen te vormen. Zolang dat niet niet gebeurd blijven ggz aanbieders, overheid en zorgverzekeraars als het gaat om de gewenste passende en waarnodige continue zorg en ondersteuning doelgroep langdurig kwetsbare cliënten met ggz problematiek nog steeds wat in gebreke.
Micro netwerken is waarom het draait, het helpt als de systeem wereld daaromheen dit ook werkelijk zal faciliteren.