KNMP-voorzitter Aris Prins.
Uit cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) blijkt dat het aantal medicijnuitgiften in openbare apotheken met bijna 20 procent is afgenomen ten opzichte van dezelfde weken vorig jaar. En dat zelfde geldt voor de omzet uit medicijnuitgiften. Volgens KNMP-voorzitter Aris Prins is de afname vooral te verklaren doordat mensen minder naar de huisarts gaan en dus minder verwijzingen krijgen voor medicijnen.
Dip na piek
Prins vindt het goed om deze cijfers te kunnen delen, gezien er in maart in het Financieele Dagblad nog een artikel verscheen over een 30 procent omzetstijging. De nieuwe SFK-cijfers laten een toename van bijna 15% zien in de derde week van maart, een hamstereffect. “Natuurlijk hebben we een piek gehad, maar sindsdien is het veel minder. En mensen die in maart hun medicijnen halen, komen niet meer in april.”
De apothekersvoorman denkt dat er een groep is die de medicijnen nu niet nodig heeft omdat mensen thuiswerkend uitzieken en niet naar kantoor hoeven. “Maar er is ook een groep die wel medicijnen nodig heeft, maar niet naar de apotheek durft. Samen met de Patiëntenfederatie proberen we in kaart te brengen hoeveel mensen hun medicijnen mijden door de corona-uitbraak.”
Antibiotica
Volgens Prins wordt vooral antibiotica minder vaak verstrekt door apothekers. Dat is volgens Prins niet per se een slechte ontwikkeling. De KNMP-voorzitter denkt dat er in eerdere jaren misschien wel wat te veel antibiotica werd voorgeschreven. “Een deel van de patiënten die dat kreeg had het nodig. Maar een grote groep kreeg het voorgeschreven omdat de werkgever een bewijs van ziekte nodig had of omdat ze zonder die verwijsbrief niet vertrokken bij de huisarts.” Prins vindt dat de sector samen met de verwijzers moeten kijken of de voorschriften van antibiotica na deze coronacrisis misschien dichtbij de huidige niveaus kunnen blijven.
Minder inkomsten
Buiten de patiënten die nu minder medicijnen ophalen, maakt Prins zich zorgen om de financiële gevolgen.” Vooral eerste uitgiften na een voorschrift van de huisarts zijn er minder. Die leveren meer op dan een herhaalrecept. Het businessmodel van apotheken komt zo onder druk te staan. Want kun je met minder uitgiften nog wel een volwaardige apotheek met assistenten open houden?” Prins meent dat de apotheken nog wel die werknemers nodig hebben. “We hebben juist te maken met een verhoogde zorgvraag. Omdat huisartsen verminderd bereikbaar waren en patiënten minder snel daar aankloppen, komen ze bij apotheken met vragen over hun bloeddruk. De telefoon staat onverminderd roodgloeiend.”
Geen zorgverleners
Dat er nog geen opname van apothekers in het testbeleid is, noemt hij frustrerend. “Apothekers vragen waarom zij nog niet getest kunnen worden. We worden blijkbaar in Den Haag niet als zorgverlener gezien. Inderdaad, we hebben minder patiëntcontact. Maar wij zorgen wel voor beschikbaarheid van medicijnen. Het zou ernstig zijn als een apotheek dicht moet omdat een medewerker coronaverschijnselen vertoont. Als je dan kunt testen, is het mogelijk om open te blijven.”
Online
Er is ook een positieve noot te vinden in het werk van apothekers in de coronacrisis. “Apothekers werken meer online. We moeten daarbij wel zorgen dat dit zorgvuldig gebeurt. Want het duurste medicijn is een verkeerd gebruikte. We stellen bij de KNMP een richtlijn op voor consulten op afstand, zodat apotheken laagdrempelig contact kunnen houden via beeldbellen.”