Dat schrijven de mondzorgkoepels in een verklaring aan hun leden. Ze zijn in de afgelopen weken samen opgetrokken om de belangen van mondzorgprofessionals te behartigen in de coronacrisis. De mondzorg kwam vrijwel helemaal stil te liggen, op spoedbehandelingen na. Inmiddels wordt de reguliere tandzorg langzaam maar zeker weer opgepakt.
Slagkracht
De KNMT en ANT denken dat de branche voor de periode na de crisis een vereniging kan gebruiken met extra veel slagkracht. Tegelijkertijd is de samenwerking van de besturen in de afgelopen weken erg goed bevallen, schrijven voorzitters Wolter Brands (KNMT) en Jan Willem Vaartjes (ANT) aan de leden.
Een kwart eeuw geleden werd de ANT nog opgericht, juist om een onderscheid te maken met de KNMT, die volgens sommige professionals niet fel genoeg was in de strijd om tandartsen te verdedigen in een moeilijke periode na een stelselwijziging.
‘Onderscheid gebruikt’
Volgens de verenigingen zijn er nog steeds verschillende smaken in de mondzorg, maar werkt het hebben van twee koepels soms averechts. “Helaas constateren wij ook dat het onderscheid tussen onze beroepsverenigingen als onderdeel van het (publiek) debat gemakkelijk wordt geaccentueerd, dikwijls wordt overbelichten soms zelfs gebruikt.”
‘Dat wat ons tandarts maakt’
Nu willen de KNMT en ANT vooral kijken naar de overeenkomsten. De voorzitters schrijven dat er voor het kern van het vak niet veel verschil zit tussen beide leden. “Dat wat ons tandarts maakt, kent geen onderscheid of onoverkomelijke verschillen tussen KNMT-en ANT-leden. Wij streven naar kwaliteit in en rond de tandartspraktijken willen de mondgezondheid van alle inwoners van Nederland bevorderen.”
De KNMT en ANT zullen de komende maanden reacties van leden vragen. Op de algemene ledenvergaderingen zal later worden besloten over een mogelijke bundeling van krachten.