Naar de precieze omvang van de ‘leegstand’ blijft het gissen. “Exacte cijfers hebben we niet, al weten we wel dat het beeld regionaal, en zelfs lokaal en per woonlocatie, sterk verschilt”, zegt woordvoerder Ceriel Thissen in antwoord op de vraag hoe de situatie in de zorgkantoorregio’s van CZ is. “Dat heeft alles te maken met het feit dat corona op de ene locatie harder heeft toegeslagen dan op andere locaties.”
Bij een grote aanbieder in het hart van de corona-epidemie als BrabantZorg is het fenomeen duidelijk zichtbaar. “Er staan 200 bedden meer leeg dan normaal”, reageert woordvoerster Annemarie van Daalwijk. “We hebben in totaal 2300 bedden beschikbaar en 100 staan er standaard leeg voor spoedopnames.”
Niet veilig
Dat de leegstand verband houdt met de corona-epidemie is voor alle betrokkenen evident. “Bedden worden nu soms niet opgevuld omdat cliënten of de familie het niet veilig vinden om hun naasten op te laten nemen”, zegt Thissen.
“Je kunt je voorstellen dat mensen inderdaad hun vader of moeder als het even kan nu liever niet opgenomen zien worden”, aldus Van Daalwijk . “Het is al een bizarre tijd en dan mochten ze ook nog geen bezoek ontvangen.”
Een andere reden voor de lage bezettingsgraad zijn regionale afspraken over het vrijhouden van bedden voor de opvang van corona-patiënten, vanuit huis dan wel het ziekenhuis.
Brinkhoven in Heerde, een verpleeghuis van Hanzeheerd, heeft 23 leegstaande kamers op een totaal van 70. Al die kamers zijn vrijgekomen door aan het coronavirus overleden bewoners. Bestuurder Jos Bleijenberg vertelt in dit Zorgvisie-artikel dat hij er nog niet over denkt om de kamers te vullen en dat hij ook niet verwacht dat mensen op de wachtlijst er al wilden intrekken.
Minder revalidatie
Bestuursvoorzitter Marco Meerdink van Careyn wijst als extra oorzaak op het inzakken van de reguliere ziekenhuiszorg: “Mensen die normaal op revalidatiebedden in verpleeghuizen komen, komen nu niet.” Ook gold binnen Careyn dat in huizen of op afdelingen waar coronabesmetting was vastgesteld tot tenminste twee weken na herstel of overlijden van besmette bewoners geen nieuwe cliënten werden opgenomen. Huiver om opgenomen te worden speelt volgens Meerdink een geringere rol. “Potentiële cliënten, of hun familie en naasten, die een opname uitstellen, is de minst belangrijke oorzaak. Als dit al gebeurt is het vaker omdat bezoek niet is toegestaan dan uit angst voor besmetting.”
Wachtlijsten
Wie denkt dat de wachtlijstcijfers van het Zorginstituut meer licht op de zaak werpen, komt bedrogen uit. Weliswaar maken deze duidelijk dat het aantal wachtenden is gestegen tot boven de 21.000 ouderen, een eenduidige conclusie valt hier niet uit te trekken. Groeit het aantal wachtenden omdat ouderen momenteel liever op de wachtlijst staan dan in een verpleeghuis zitten of is er sprake van een autonome groei? Al voor de coronacrisis was een stijgende trend te zien, van ruim 18.000 op 1 oktober naar meer dan 20 duizend in januari. Daar staat tegenover dat de meest recente cijfers van het Zorginstituut gebaseerd zijn op de peildatum 1 april, terwijl de verpleeghuizen pas medio maart op slot gingen. Mogelijk laten de cijfers van de ‘tweede coronamaand’ april die medio juni verschijnen nog iets van een corona-effect zien.
Compensatie
Door het fragmentarische cijfermateriaal is de financiële impact van de leegstand moeilijk vast te stellen. In principe kunnen aanbieders van verpleeghuiszorg rekenen op compensatie van de lege bedden. “Concreet betekent dit dat verpleeginstellingen worden gecompenseerd tot het niveau van voor de coronacrisis”, zegt Thissen. “Zorgkantoren zoals CZ zorgkantoor, betalen voor de zorg die in deze tijd daadwerkelijk wordt geleverd en vullen dat aan tot een bedrag wat de instelling onder normale omstandigheden zou ontvangen. We betalen dus feitelijk de lege plaatsen in het verpleeghuis door.”
Dit laat onverlet dat de verpleeghuizen zich geconfronteerd zien met de nodige aanvullende onkosten. “Denk met name aan persoonlijke beschermingsmiddelen”, reageert bestuursvoorzitter Marco Meerdink van Careyn. “De afspraken over inkomstenderving en extra gemaakte kosten moeten nog worden waargemaakt.”
“Er zijn forse extra kosten gemaakt”, zegt ook Van Daalwijk. “We hebben extra personeel moeten inzetten, veel persoonlijke beschermingsmiddelen moeten inkopen, cohorten moeten opzetten en we kampen met een hoger ziekteverzuim dan anders. Ook de dagbehandeling en dagactiviteiten worden nu pas weer opgestart. Dus daar kregen we al die tijd geen inkomsten uit. Het is een extreme situatie, waarbij BrabantZorg ernstiger is getroffen dan anderen omdat we in de brandhaard zitten.”
Lijstje meerkosten
Dat geldt ook voor het verpleeghuis in het hard getroffen Heerde. Toch maakt Bleijenberg zich geen zorgen over omzetverlies door leegstand en meerkosten, zegt hij in dit Zorgvisie-artikel over dilemma’s van bestuurders in deze coronacrisis. “Er is goed overleg met het zorgkantoor en er zijn ook financiële regelingen getroffen. We gaan dus niet proberen om de omzet zoveel mogelijk op peil te houden. Het is zaak om de veiligheid en kwaliteit op peil te houden. Het lijstje dat we maken over extra kosten, daar komen we later wel uit. Het kan niet zijn dat die rekening ervoor zorgt dat je als zorginstelling in de problemen zou komen.”