Niet alleen kinderen, maar ook veel volwassenen en ouderen leven met de onrust, impulsiviteit en concentratieproblemen die ADHD typeren. Pas sinds 25 jaar wordt er onderzoek gedaan naar ADHD bij volwassenen en daarmee is het binnen de volwassenenpsychiatrie een jong vakgebied. Dankzij de bijzondere leerstoel kan er meer noodzakelijk onderzoek worden gedaan om volwassenen en ouderen met ADHD beter te helpen.
Relatie met slaapproblemen
Als bijzonder hoogleraar gaat Kooij onder andere onderzoek doen naar de relatie tussen slaapproblemen en ADHD, naar de behandeling van ADHD bij ouderen en naar ADHD bij vrouwen. Doel is om uiteindelijk te komen tot nieuwe, effectieve en veilige behandelmogelijkheden. Een belangrijke onderzoeksvraag is bijvoorbeeld of ADHD niet eigenlijk een slaapstoornis is, en of behandeling van de slaapstoornis de ADHD kan verbeteren, waarmee een nieuwe aanpak in de behandeling kan worden gevonden.
Sandra Kooij
Prof. dr. Sandra Kooij is sinds 25 jaar de expert in Nederland op het gebied van ADHD bij volwassenen. Zij initieerde onder andere het eerste bevolkingsonderzoek naar ADHD bij volwassenen in Nederland, ontwikkelde het DIVA-5 diagnostisch interview in meer dan 20 talen en richtte de Afdeling en Kenniscentrum ADHD bij volwassenen en ouderen op bij PsyQ/Parnassia Groep, dat sinds 2008 de TOPGGz erkenning heeft.
Bij Parnassia Groep werkt Kooij als psychiater bij het programma ADHD bij volwassenen en ouderen van PsyQ in Den Haag, is ze hoofd Kenniscentrum ADHD bij volwassenen en ouderen, specialismeleider ADHD bij volwassenen van PsyQ en specialismeleider neurobiologische ontwikkelingsstoornissen bij Parnassia Groep.
pvanloon@planet.nl
Het gelijktijdig oplopen van de incidenties van ADHD bij de jeugd de laatste decennia met het teruglopen van hun normale lichamelijke ontwikkeling ten gevolge van de wel zeer vroeg ingezette en sterk geintensiveerde sedentaire leefstijl ( nu al 15 jr ook vol beeldschermtijd) , zal toch wel worden meegenomen in de aanpak van ADHD , ook bij volwassenen. Het is jammer vanuit algemeen geneeskundig en ontwikkelingsdenken, dat juist de psychiatrie zich moet ontfermen over de vele gevolgen , die het fysiek afgeremd houden van de gezonde ontwikkeling van ons bewegingsstelsel en het CZS bij het groeiend kind, in de volwassenheid laat doorklinken. Vanuit de Gezondheidsleer wist iedere moeder ( wel alleen via de huishoudschool) dat het vrijlaten van de bewegingsdrang van het kind en het juist stimuleren tot spel ( zeker buiten) het “slapen als een roos” garandeerde.