Dit voorjaar buitelden er drie nieuwe onderzoeken over elkaar heen die allemaal hetzelfde punt maakten: de medicijnuitgaven per ziekenhuispatiënt dalen. En niet zo’n beetje ook. Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) meldde een daling van 28 procent tussen 2013 en 2017. Ook de prijzen van specialistische geneesmiddelen daalden in die periode fors: met 18 procent. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Deloitte kwamen tot soortgelijke conclusies.
Geen wonder
Maar de totale uitgaven aan medicijnen groeien toch nog steeds, zult u zeggen. Dat klopt inderdaad, vooral in ziekenhuizen. Dit komt door overheveling van medicijnen, en daarmee ook de uitgaven, naar het ziekenhuis én door de vergrijzing. Bovendien komen er steeds meer krachtige nieuwe geneesmiddelen, zoals immunotherapieën bij kanker.
Per saldo zijn er dus steeds meer patiënten in ziekenhuizen die innovatieve medicijnen gebruiken. Het CBS spreekt over een verdubbeling in vier jaar: van 126.000 naar 259.000. Ook in volgende jaren zet deze trend door, volgens Deloitte en NZa. Met zo’n sterke volumegroei is het geen wonder dat de totale medicijnuitgaven stijgen.
Laat het even goed tot u doordringen wat hier gebeurt. We helpen dus meer mensen, tegen lagere uitgaven per patiënt, met steeds effectievere geneesmiddelen. De vijfjaarsoverleving na de diagnose kanker stijgt bijvoorbeeld elk jaar een procent, en komt nu uit op 65 procent. Goed nieuws voor patiënten! Tegelijkertijd stijgen de totale medicijnuitgaven veel minder dan het aantal patiënten. Opgeteld besteden we aan alle medicijnen – binnen en buiten ziekenhuizen – nog steeds minder dan 8 procent van het totale zorgbudget. En dat is al jaren zo.
Knelpunt: meer patiënten
Wat kunnen we doen? ‘De toegang tot verzekerde medicijnen in het ziekenhuis is niet in het geding, maar de betaalbaarheid van die geneesmiddelen staat wél onder druk’, schreef de NZa in mei. Dat is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Sommige nieuwe medicijnen zijn kostbaar, maar het échte knelpunt zit in de groei van het aantal patiënten. Dat we steeds ouder worden, komt vooral door betere zorg, effectievere medicijnen en een gezondere leefstijl. Dat is natuurlijk fantastisch, maar stelt ons ook voor nieuwe uitdagingen. Hoe houden we het budget beheersbaar?
Op maat toedienen
Twee plannen wil ik u niet onthouden. Ze hebben allebei te maken met personalised medicine. Je kunt het ook anders verwoorden: geef meteen het juiste medicijn aan de juiste patiënt. Dat kán.
Ten eerste wordt in patiëntregisters voor tal van ziektebeelden al bijgehouden hoe werkzaam medicijn A of B is bij patiënten met bepaalde kenmerken. Dit is mooi, ware het niet dat die registers nu nog erg versnipperd zijn over allerlei ziekenhuizen en instanties. Het Zorginstituut Nederland probeert nu een nationaal register uit de grond te stampen, maar dat schiet nog niet erg op. Dat nuttige werk verdient een hogere versnelling en prioriteit.
Ten tweede is aan de hand van biomarkers, beeldvormende technieken en dergelijke per patiënt steeds nauwkeuriger vóóraf te bepalen of een medicijn bij hem zal aanslaan. In combinatie met het register kun je dus met persoonsgerichte diagnostiek steeds beter snel voor het juiste middel kiezen. Dat sturen op uitkomsten is niet alleen fijn voor de patiënt, maar ook heel prettig voor de budgetbeheersing. Het voorkomt verspilling van kostbare geneesmiddelen.
Diagnostiek en registers
De conclusie ligt voor de hand. Verfijnde diagnostiek en een nationaal patiëntregister vragen om schaalvergroting en versnelling. Ze verdienen een prominente plek in de verkiezingsprogramma’s. En – belangrijker nog – in een nieuw regeerakkoord!
Gerard Schouw,
directeur Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG)