Branchevereniging de Nederlandse ggz pleitte al eerder voor een nauwere samenwerking tussen de verschillende crisisdiensten. Nu spreken ook ActiZ, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en artsenverenigingen Verenso en NVAVG zich uit voor meer samenwerking. Eén crisisdienst per regio waarin de expertise en inzet van de psychiater, de specialist ouderengeneeskunde en de arts verstandelijk gehandicapten gebundeld wordt, biedt volgens de betrokken partijen de beste garantie voor snelle, adequate en efficiënte crisisopvang.
Dubbelproblematiek
“Een toenemend aantal cliënten heeft te maken met dubbelproblematiek”, constateert ActiZ in een toelichting op dit standpunt. “De cliënt heeft naast een psychogeriatrische stoornis of een verstandelijke beperking ook een psychiatrische stoornis. Deze cliënten moeten er van op aan kunnen dat passende en tijdige zorg geboden wordt in nauwe samenwerking tussen de ggz en de vvt en gehandicaptenzorg.”
Tussen wal en schip
De roep tot samenwerking krijgt extra urgentie door signalen dat sommige crisisdiensten stoppen met het opnemen en beoordelen van cliënten met psychogeriatrische aandoeningen. “Hierdoor dreigen zeer kwetsbare cliënten tussen wal en schip te vallen”, stelt de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde Verenso. “Verenso pleit voor het regionaal inzetten van crisisbedden voor ouderen met psychogeriatrische aandoeningen waarbij deze patiënten tevens verder geobserveerd kunnen worden. Voor de korte termijn doet Verenso een dringend beroep op VWS en zorgverzekeraars om ggz-organisaties te bewegen hun huidige werkwijze rond crisisdiensten en crisisplaatsen voort te zetten.”
Hobbels
Hoewel het idee van een gezamenlijke crisisdienst op brede steun kan rekenen, zijn er nog wel enkele hobbels te nemen. De partijen zijn het bijvoorbeeld nog niet eens over de manier waarop een dergelijke crisisdienst moet worden ingericht. Met name over de rol van de psychiater lopen de opvattingen uiteen. De ggz zou graag zien dat naast psychiaters ook specialisten ouderengeneeskunde en artsen gehandicaptenzorg de klok rond beschikbaar zouden zijn voor het doen van crisisbeoordelingen.
Ondoelmatig
Volgens de partijen in de ouderen- en gehandicaptenzorg is dit “onnodig en uiterst ondoelmatig”. Per crisisdienst worden maandelijks zo’n 15 cliënten met een psychogeriatrisch stoornis via een wettelijke machtiging opgenomen. Afgezet het aantal cliënten met een psychiatrische aandoening gaat het bij cliënten met een verstandelijke beperking om nog kleinere aantallen. Bovendien voorziet de Wet zorg en dwang (Wdz) niet in een dergelijke uitbreiding van de taken en verantwoordelijkheden van specialisten ouderengeneeskunde en artsen gehandicaptenzorg. Wel zijn de vertegenwoordigers van de ouderen- en gehandicaptenzorg bereid na te denken over een betere verankering van de consultfunctie, in geval er twijfel zijn over de voorliggende stoornis.
Of dit genoeg is voor de Nederlandse ggz is twijfelachtig. Het zoeken naar een beschikbare crisisplaatsen is in de huidige praktijk extreem tijdrovend. En deze taak komt de facto wel op het bordje van de ggz in casu psychiater van dienst.
Beschikbaarheid
Alle betrokkenen noemen het dan ook essentieel dat er voldoende crisisplaatsen beschikbaar zijn, in zowel de ggz als de vvt en gehandicaptenzorg. “Idealiter moet een crisisplaats binnen een etmaal beschikbaar zijn”, vindt Verenso. “Belangrijk is dat voor deze plaatsen tevens in voldoende mate diagnostiek en behandeling beschikbaar is.”
Integrale financiering
Passende financiering zou hierbij een grote stap in de goede richting zijn. Nu nog wordt crisiszorg in de ggz uit de Zorgverzekeringswet (Zvw) betaald, terwijl crisiszorg voor ouderen en gehandicapten ten last vande Wet langdurige zorg (Wlz) komt. Het veld pleit daarom voor een integrale aanpak waarbij de verschillende vormen van crisiszorg in samenhang worden gecontracteerd door zorgverzekeraars en zorgkantoren.