Niet betalen
Dat verwacht Nellieke de Koning, voorzitter van platform Gezond Opgroeien van brancheorganisatie de Nederlandse ggz en bestuurder bij jeugdzorginstelling Spirit en bij de Bascule, het academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie: “Zorginstellingen worden gedwongen de maatregelen vanaf volgende maand te nemen, omdat kabinet en de gemeenten niet meer de gemiste zorgomzet door corona willen betalen.”
Gebrek aan reserves
Daardoor zullen veel instellingen in de jeugdzorg, jeugd-ggz en voor kinderen met een verstandelijke beperking die verliesgevende zorg moeten beëindigen, verwacht De Koning. Omdat de gemeenten de gemiste coronazorg niet financieel willen opvangen, missen jeugdhulpinstellingen 5 tot 10 procent van hun inkomen. “Met het gebrek aan reserves en onze flinterdunne marges, heb je als bestuurder meteen te maken met een gigantisch financieel probleem.”
De bezuinigingen die instellingen moeten doorvoeren, kosten hierdoor ook honderden medewerkers in de jeugdzorg hun baan, schat De Koning. “Het kan niet anders. Vooral die organisaties die alleen gefinancierd worden vanuit de Jeugdwet hebben nauwelijks reserves. Op een gegeven moment weet je niet meer waarop je moet bezuinigen. Dan moet je letterlijk stoppen met zorg. Dit besluit van VWS en de gemeenten heeft een enorme impact.” Dinsdag houdt de Tweede Kamer een debat over de jeugdzorg, waarbij onder meer dit onderwerp aan de orde zal komen.
Onaangenaam verrast
Twee weken geleden werden de jeugdbranches ‘onaangenaam verrast’ door de mededeling van de gemeenten om – in overleg met het kabinet – de omzetgarantie na 1 juli te staken. De branches pleiten ervoor om de coronacompensatie in het sociaal domein tot eind dit jaar voort te zetten.
Meerkosten corona
Probleem is ook de onduidelijkheid of gemeenten de meerkosten van de coronamaatregelen van de instellingen na 1 juli blijven vergoeden. Het gaat dan bijvoorbeeld om extra kosten die instellingen kwijt zijn aan uitgaven voor beschermingsmiddelen, herinrichting van locaties, extra personeel en huur van extra ruimten.
“Die coronamaatregelen gaan toch gewoon door voor instellingen?”, zegt De Koning, die minister De Jonge (VWS) parafraseert: “De gemeenten zijn misschien klaar met het virus, maar het virus is nog niet klaar met ons.” Voor een gemiddelde jeugdzorginstelling kosten de coronamaatregelen ‘vele tonnen op jaarbasis’.
Ontoereikend
De omzet is per 1 juli niet opeens op pre-corona-niveau: “Soms gaan jongeren uit angst voor het virus niet naar een instelling. Beeldbellen is een mooie oplossing, maar is voor een deel van de cliënten ontoereikend. Vaak kunnen gezinnen niet eens beeldbellen door het gebrek aan apparatuur, een slechte wifi-verbinding of omdat kinderen thuis geen privé-plek hebben om met een zorgverlener te praten.”
Daarbij heeft de jeugdhulp te maken met een lagere zorgomzet, omdat er de afgelopen maanden veel minder is doorverwezen. Bovendien is de toegang tot de jeugdhulp vertraagd, omdat de rechters minder zittingen hadden. Ambulante (jeugd)hulp aan kinderen en gezinnen is begonnen, maar met de beperkingen van de algemene corona-maatregelen. Dit betekent dat minder cliënten en gezinnen kunnen worden bezocht en er ook nog alternatieve vormen van hulp worden ingezet die in uren niet altijd van dezelfde omvang (en omzet) is.
Niet starten
Scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs zijn ook niet voor de volle honderd procent op het oude niveau. Dat zorgt ervoor dat de zorg en jeugdhulp die daar worden geboden niet volledig kunnen starten. Dat geldt zowel voor daadwerkelijke begeleiding en de zorg op scholen als voor de instroom en toegang via de scholen.
Extra financiële tegenslag is dat jeugdzorginstellingen dit jaar veel tijd en dus ook geld kwijt zijn om de verantwoording van de financiering dit jaar in orde te krijgen. De Koning ziet dat elke gemeente aparte eisen kan stellen aan jeugdhulpinstellingen. De Koning: “Dat is gewoon niet te doen. Daar draaien we op vast.”
Ontzettend blij
Tot voor kort was de jeugdzorg ‘ontzettend blij’ met de tijdelijke coronaregeling. De Koning: “Dat was een enorme steun in de rug. Ook voor medewerkers, die keihard zijn blijven werken. Ze hebben als een speer het beeldbellen mogelijk gemaakt en de zorg voortgezet met inachtneming van alle maatregelen. Dat is heel goed gegaan. Practice what you preach: hoe geloofwaardig is het, als je zegt dat dit een cruciale sector is? Dan moet je ook de stabiliteit geven om mensen hun werk te laten doen.”