Bewoners van zorginstellingen zitten nog teveel achter gesloten muren. De gebouwen zijn ooit neergezet rond de zorgverleners, de professionals. Met alle goede bedoelingen. Zodat de zorgverlener optimaal en efficiënt zorg en ondersteuning kan bieden. Een bundeling van expertise om voor mensen te zorgen.
Specifieke zorgeisen en aanpassingen
We zien dit in ziekenhuizen maar ook in de ouderenzorg, in de gehandicaptenzorg, in de ggz. En vaak is het klassieke ziekenhuis ooit als voorbeeld genomen. Heel Nederland staat vol met deze zorgcomplexen, vaak vanuit de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw. Vastgoed met een duidelijke zorgbestemming, met veel specifieke zorgeisen en aanpassingen in het gebouw. Ik zie dat met lede ogen aan.
Het gevolg hiervan is namelijk dat het leven van heel veel ouderen, gehandicapten en ggz-cliënten zich anno 2020 nog steeds achter gesloten deuren en dikke muren afspeelt. De afstand tot het ‘normale’ leven is groot. Helaas zeg ik dan – dit is geen goede zaak. En natuurlijk gebeurt er veel om het leven binnen de instelling zo plezierig en leefbaar mogelijk te maken. Een thuisgevoel te creëren voor de bewoners. Fantastisch dat dat gebeurt, met enorme inzet en betrokkenheid van alle medewerkers. Maar tegelijk blijven het wel aanpassingen binnen het bestaande bouwconcept.
Achterhaald concept
En dat concept is achterhaald. Want daarin staan de dogma’s van efficiency en veiligheid centraal. En niet het uitgangspunt dat ieder mens optimaal zijn eigen leven moet kunnen leiden. Met je eigen hobby’s, je eigen werk. Zelf je eigen keuzes maken, ook als je ouder bent, gehandicapt of ggz-cliënt.
En het kan intussen ook heel anders. Bij Fokus kiezen we voor gespikkeld bouwen in de wijk. Dat betekent dat een cluster zorgwoningen gebouwd is in een normale woonwijk, tussen andere inwoners van het dorp of de stad. Kleinschalig, maar wel voldoende efficiënt. En het belangrijkste is dat inwoners zo optimaal hun eigen leven kunnen inrichten, zonder dat de zorgverlener dat voor hem bepaalt of invult.
‘Open bouwen’ doorvoeren
Ik denk dat dit principe van ‘open bouwen’ veel verder kunnen doorvoeren. Ook in bestaande zorgcomplexen, waar je bijvoorbeeld op de begane grond aanleunwoningen kunt maken. En de mensen met een zwaardere indicatie op de hogere verdiepingen laat wonen. Er is dus in de bestaande bouw nog veel meer variatie mogelijk. Daar moeten we als zorgsector mee aan de slag.
Overigens, zelfs voor PG-bewoners kunnen deuren meer open dan nu. Dwalen is niet altijd slecht, het houdt je in beweging. Een zorgaanbieder als TanteLouise in Noord-Brabant laat zien hoe ze dit principe omarmt en heeft bijvoorbeeld geweldige persoonlijke ‘stootbumpers’ gemaakt zodat ouderen toch nog zelf op pad kunnen. Vanuit het idee dat mensen maximaal ruimte krijgen in hun leven.
‘Maak heel snel nieuwbouwplannen’
De coronacrisis heeft ons intussen geleerd hoe belangrijk menselijk contact en verbinding is, juist ook in de verpleeghuizen. Het gaat er om hoe je als mens kunt leven met andere mensen. Bijvoorbeeld in één gebouw samen met studenten. Of in een wijk tussen gezinnen met kinderen. Dat contact met anderen is wezenlijk, dat bepaalt de kwaliteit van ons bestaan als mens. En dan is het ook onze opdracht als zorginstellingen om dat mogelijk te maken. Heb je nog zo’n ouderwets, gesloten gebouw? Dan zeg ik: maak heel snel nieuwbouwplannen. Dat is onze taak. En ook bestaand vastgoed kun je dus al aanpassen aan de menselijke norm, daar zijn heel veel nieuwe mogelijkheden voor.
Bestuurders roep ik op te zorgen dat de nieuwbouw in de zorg maximaal is gericht op normaal leven. De bouw moet rendabel en dus ook conceptueel flexibel zijn. Het beste kun je daarom samen optrekken met woningcorporaties. Die hebben immers net als wij een maatschappelijke taak en rol. Wij als zorginstellingen kunnen hen helpen om die maatschappelijke rol ook waar te kunnen maken en moeten gaan optreden als partners.
Programma-eisen op twee A4’tjes
Dat betekent wel dat wij geen ingewikkelde, hele specifieke bouweisen meer moeten gaan stellen. Dat zie je nu nog wel, zowel in de ouderenzorg als in de gehandicaptenzorg en dat maakt nieuwbouw weer inflexibel en dus onrendabel. Onze bouwspecificaties bij Fokus hebben we teruggebracht tot een programma van eisen van twee A4’tjes: eisen voor toiletten en douche, deuren die breed genoeg zijn en met ruimte voor draaicirkels voor een rolstoel. En dan heb je het ook wel weer zo’n beetje gehad. Meer is er niet nodig. We moeten onszelf daar in gaan beperken. Zodat gebouwen weer multifunctioneel en levensbesteding worden.
En voor een corporatie is het ook prettig als we tijdig en snel bewoners voor hun panden kunnen ‘leveren’. Dat voorkomt dan weer leegstand en zo blijft het voor hen rendabel om met de zorgsector samen te werken. Als we met elkaar meer gangbaar gaan bouwen, wordt het voor investeerders ook weer interessant om in de zorg te investeren. Dat geldt voor banken, pensioenfondsen, private equity en particuliere beleggers. En zeker als het vastgoed al vanaf de start niet altijd meer een pure zorgbestemming krijgt. Waarom zou je geen andere bedrijven of bewoners in je gebouw toelaten? Dat is financieel interessant – en nog belangrijker: het brengt het echte leven binnen.
Diversiteit en inclusie in de buurt
Bouwen in de wijk is geweldig. We zien bij Fokus dat bewoners het fijn vinden. En ook de wijk en de lokale gemeenschap leeft er van op. Wij zorgen voor maatschappelijke diversiteit en inclusie in de buurt. En daarnaast dragen we ons steentje bij aan de kleine economie en de plaatselijke werkgelegenheid. Zo worden specifieke hulpmiddelen niet meer bulk in gekocht, maar tegenwoordig ook op maat gemaakt door lokale technische bedrijfjes die daarin samen optrekken met onze bewoners. Dat is winst voor iedereen. Mooier kan toch niet?
Jeroen Lambriks
Voorzitter raad van bestuur Fokus
Mathieu Geurts
Situatie nu: mensen wonen bij een zorgleverancier.
Gewenste situatie: zorgleverancier “woont” in de nabijheid van mensen.
Gevolg van de huidige situatie is dat de zorgleverancier de woonmogelijkheden bepaalt èn beperkt, zoals bleek tijdens de corona-crisis.
Veel ouderen hebben een voorkeur voor een vorm van geclusterd wonen met een zorgfaciliteit in de nabijheid, maar “wonen” in een instelling met honderde kamers (in verhullend taalgebruik appartementen genoemd) sluit niet meer aan bij de woon- en leefwensen van nu.